‘Ik miste Suriname, mijn zoon, mijn familie en het warme weer’


Kezia, Maryam en Nasona vertellen het verhaal van Liesbeth Bottse
SurinameAmsterdam-Noord

Wij, Kezia, Maryam en Nasona van de Nieuwe Havo in Amsterdam, hebben Liesbeth Bottse geïnterviewd. Mevrouw Bottse is 85 jaar oud en woont sinds haar 26ste in Nederland. Ze is in Suriname geboren, maar ze is op jonge leeftijd verhuisd naar Nederland om samen met haar man te zijn en om te werken. We vinden dat ze haar verhaal heel goed kan vertellen.

Hoe was uw jeugd in Suriname?
Ik ben geboren in 1938 en ik heb best een leuke jeugd gehad in Suriname. Ook heb ik niet veel gemerkt van het kolonialisme. Vroeger zat ik op een gescheiden katholieke school, dus meisjes en jongens apart. Zo waren de meeste scholen in Suriname die tijd dus ik wist niks anders. Alles op mijn basisschool was Nederlands. Met dat bedoel ik dat we niets leerden over Suriname, alles ging over Nederland. Je kon wel zeggen dat je buiten in Suriname was, maar op school was je in Nederland. We leerde op school de taal door middel van een Nederlandse gedicht. Ik ken er nog een dat ik heel leuk vond: Wie weet waar Willen Wouter woont. Zo oefende ik de Nederlandse w, want er is echt wel een verschil tussen de Nederlandse en de Surinaamse w. We kregen ook kleurplaten met sneeuw, bergen en molens. Met zulke plaatjes kregen wij Surinaamse kinderen een idee van hoe Nederland eruitzag.’

Hoe kwam u naar Nederland?
‘Ik was op mijn 16de klaar met de middelbare school in Suriname. Daarna heb ik de opleiding tot verpleegkundige gedaan. Dit werd later ook mijn werk in Suriname en in Nederland. In 1963 ben ik getrouwd met een Nederlandse man en kreeg ik een zoon. Toen mijn zoontje wat ouder werd, kwam mijn man naar Nederland om zijn opleiding te volgen en om te werken. Een paar jaar later kwam ik met de boot naar Nederland en liet mijn zoon achter in Suriname. Toen ik aankwam, heb ik heel hard gehuild: ik miste Suriname, mijn zoon, mijn familie en het warme weer. Toen ik hier geen werk vond, keerde ik terug naar Suriname. Maar na een paar jaar had ik genoeg gespaard en kon ook mijn zoontje mee naar Nederland. Ik was dit keer minder eenzaam. Ook kreeg ik werk. Ik werkte heel hard om te sparen zodat mijn broer kon komen. Het liefst kwam mijn hele familie, maar dat lukte niet. Toen mijn broer kwam, spaarde hij voor de overkomst van ons broertje en zo hebben we allemaal geprobeerd de hele familie naar Nederland te brengen.’

Wat voor verschillen zag u tussen Suriname en Nederland?
Voor mij was bijna niks echt helemaal nieuw omdat ik op school zoveel had geleerd over Nederland. Er was wel echt een ding dat heel anders was voor mij en dat was het weer. Als klein Surinaamse meisje in een tropisch land weet je niet wat sneeuw is. Ik kwam in Nederland toen het herfst was. Dat vond ik al erg, want opeens kon ik geen jurkjes meer aan, of een shirt met een kort broekje. Al snel gingen we de winter in en toen zag ik in het echt wat ik als klein meisje op kleurplaatjes zag. Aan de ene kant was ik blij want ik kon mijn fantasie als klein meisje uitleven, maar aan de andere kant had ik het heel erg koud en wilde ik het liefst weer terug naar Suriname.’

De leerlingen van de Nieuwe Havo hebben zelf het interview uitgewerkt.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892