Luister hier hoe schrijver Jaap Cohen de ontmoeting beleefde.
Nederlands English

‘Ik heb van ons gezin het meeste geluk gehad’


Lewis, Jurcelijna, Faye en Arrietty vertellen het verhaal van Jack Courant
BoterdiepstraatAmsterdam Nieuw-West

Jack Courant is van 1924 en woont een rit met een bus en een tram van de Rosa Boekdrukkerschool vandaan. Lewis, Jurcelijna, Faye en Arrietty maken enthousiast én gespannen de reis naar de bijna 99-jarige Jack. Hij maakte als Joodse jongeman de Tweede Wereldoorlog heel bewust mee. Hij hoopt maar dat hij, toch een dagje ouder, zijn verhaal zo duidelijk mogelijk aan de kinderen kan vertellen. Zodat ze het goed begrijpen.

Wat is het ergste dat u heeft meegemaakt in de oorlog?
‘Daar is bijna geen antwoord op te geven, maar ik zal het proberen. Er gebeurt zoveel in een oorlog, zoals je nu ook in de krant leest. Het verschil tot nu toe met andere oorlogen was dat tijdens de Tweede Wereldoorlog een hele bevolkingsgroep, de Joden, werd vermoord. Er zijn zoveel mensen afgemaakt in kampen. Ik heb niet in een kamp gezeten, nee. Wat denk je dat ik heb gedaan? Ja, ik zat ondergedoken. Toen ik een oproep kreeg van de Duitsers om te gaan werken bij ze, was ik achttien jaar. Ik wist al dat dat ‘werken’ niet iets goeds betekende. Mijn moeder vond dat ik moest gaan, anders zouden ze me halen. Maar ik zei: ik doe het niet! Ik heb mijn koffer ingepakt en mijn ster, die Joden verplicht moesten dragen, afgedaan. Joden mochten niet reizen, dus ik moest die ster eraf halen. Ik ben naar een meester gegaan, die ik aardig vond. Hij woonde in Bussum. Maar hij durfde me niet in huis te nemen. Gelukkig kende ik mensen in Haarlem die me ooit hadden gezegd: als er wat is, kom maar naar ons toe. Toch schrokken ze toen ik aanbelde. Ze waren bang geworden door al het slechts wat er gebeurde door de Duitsers. Uiteindelijk kwam ik bij een mevrouw in Rotterdam. Ik zat daar een jaar verstopt in huis. Ik heb op vier, vijf adressen ondergedoken gezeten. Honger? Nee, dat heb ik in de oorlog niet gehad.’

Bent u familie verloren in de oorlog?
‘Ja. Het is een moeilijk verhaal, maar jullie vragen ernaar. Mijn moeder en broertje zijn op een avond uit huis gehaald en meegenomen met een overvalwagen. Ze zijn uiteindelijk naar concentratiekamp Auschwitz gebracht, een van de grootste kampen, in Polen, waar heel veel mensen zijn vermoord. Mijn moeder heeft het overleefd. De Russen kwamen aan het eind van de oorlog de gevangen Joden bevrijden. De Duitsers zijn voordat dit gebeurde, met veel Joden uit het kamp gevlucht. Mijn moeder was toen ziek en de Duitsers waren bang voor ziektes. Ze hebben haar daarom achtergelaten in het lege kamp. Daardoor is zij gered door de Russen. Mijn broer was wel meegenomen door de Duitsers en is onderweg vermoord. Hij viel om door kou en honger en toen hebben ze hem doodgeschoten. Mijn vader is eerder in Auschwitz vermoord. Ik heb van ons gezin het meeste geluk gehad.’

Wat vindt u van Adolf Hitler?
‘Een grote idioot, een heel slecht mens. Een voorbeeld van een slimme man met een heel slecht karakter. En die een enorme haat tegen Joden had. Wat vinden jullie? Hetzelfde? Dat is fijn. En ja, nu is er weer een oorlog, tussen Oekraïne en Rusland. De Russen, die mijn moeder bevrijdden, die de Duitsers hebben verslagen, zijn nu de vijand. Daarom vind ik het moeilijk om nu anti-Rusland te zijn. Of er weer een wereldoorlog kan komen? Ja, daar is wel een kans op. En wat ik van Poetin vind? Dat vind ik een zak. De wereld is er vol van, maar er zijn gelukkig ook veel goede mensen. We hebben allemaal dingen waar we goed of slecht op reageren. We zijn gewoon mensen. Dat is een wijsheid, die geen indruk maakt op jullie, denk ik. Later hopelijk wel.’

Wat was een mooi moment in de oorlog?
‘Ik zat ondergedoken in een dorp in de buurt van Groningen. Mijn moeder was nog niet opgepakt en we stuurden brieven aan elkaar. Dat deden we in het geheim, via een adres van een mevrouw in Groningen. Daarvoor ging ik elke week met de bus naar Groningen. Op een dag werd de bus door twee soldaten tegengehouden om iedereen te controleren. Ze zochten Joden. Ik had een vals persoonsbewijs, gemaakt door mijn vader. De soldaten vertrouwden het niet en ik moest mee naar een gebouw waar de Duitsers zaten. Opeens moest ik plassen en dat mocht. Een bewaker liep met me mee. Op het toilet keek ik of ik ergens kon ontsnappen, maar dat kon niet. Maar… toen ik van de wc kwam, was de bewaker weg! In een seconde heb ik toen gedacht: wat ga ik doen? Ik besloot weg te lopen. Maar heel rustig, om niet op te vallen. Onderweg naar buiten groette ik nog twee Duitsers. Guten Tag. En zo liep ik naar buiten. Ik was vrij! Pas om de hoek ben ik gaan rennen. Zo heb ik mezelf gered.’

Welk cijfer geeft u het leven nu?

‘Zo’n moeilijk vraag heb ik nog nooit gekregen. Ik heb hele mooie en hele nare dingen meegemaakt. Ik kan geen cijfer geven. Het leven is de moeite waard. Ik geef het veel tienen, maar ook enen. Die dag in Groningen, toen ik besloot weg te lopen, was een tien.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892