‘Ik heb het verdriet gezien van de mensen wiens familie is weggehaald’


Selina, Nihal, Sheryiona vertellen het verhaal van Ria Schifflers
PapaverwegAmsterdam-Noord

Ria Schifflers is 87 jaar oud en woonde tijdens de oorlog in Amsterdam-Noord waar haar ouders een houthandel hadden op de Papaverweg. Selina, Nihal en Sheryiona interviewen mevrouw Schifflers in de Jisperveldstraat, ook in Noord waar zij altijd is blijven wonen. Van de IJdoornschool wandelen ze binnen enkele minuten naar het ruime, appartement.  De zon schijnt en vrolijke planten staan in de vensterbank. Je voelt het voorjaar!

Ging u naar school in de oorlog?
Ja, toen ik 3 jaar was. Mijn moeder was blij, want met een tweeling was het huishouden heel druk voor haar.  Als ik dan naar school was, scheelde dat weer. Na de oorlog heb ik nog een broertje gekregen.’

Had u Joodse vrienden?
‘Op de hoek van de straat woonde een jongetje, twee jaar ouder dan ik. Hij kwam altijd op zaterdag bij ons eten. David heette hij, ik kon dat niet goed uitspreken en noemde hem ‘Dapi’ Hij is omgebracht. Ik word er emotioneel van, want ik kan niet begrijpen dat mensen dat kunnen doen’

Hoe heeft uw familie de oorlog overleefd?
‘Mijn vader dook onder omdat hij net als veel mannen, niet voor de Duitsers wilde werken. Mijn moeder ging met de fiets naar naar de Wieringermeerpolder en ruilde gereedschap voor voedsel, want in de winkel verkochten mijn ouders ook gereedschap zoals hamers en beitels. Dan kwam ze terug met een zakje tarwe, wat in de oude koffiemolen vermalen werd. Zo kon mijn moeder brood bakken. Dat was feest natuurlijk! Om die reden leden we geen honger. Nu kopen we bijvoorbeeld drie broden, maar toen kreeg je maar drie sneetjes. Je kon dus niet alles krijgen wat je wilde hebben.’

Wanneer wist u wat er gebeurd was in de oorlog?
‘Ik denk toen ik 15 jaar was. Mijn ouders wisten wel wat er gebeurd was natuurlijk. Ouders vertellen niet alles, omdat het niet allemaal geschikt is voor jonge kinderen. Dat wilden ze ons besparen. Ik was 9 jaar toen de oorlog was afgelopen.’

Waren uw ouders bang in de  oorlog?
‘Ik weet nog wel dat mijn moeder een keer huilend thuiskwam.  De bagagedrager van haar fiets was stuk. Ze was met een zak aardappelen onderweg, maar kon dus niet verder fietsen. Een oude Duitse meneer heeft haar toen geholpen.  Mijn moeder was vreselijk bang dat ze niet voor zeven uur thuis zou zijn, dat was een regel van de Duitsers. De avondklok. Natuurlijk was die tocht heel spannend. Ze was een uur later thuis en had zo in angst gezeten om opgepakt te worden. Dat moet geen leuke rit geweest zijn, denk ik.’

Hoe was het na de bevrijding?
Voor een deel was het feest en voor een deel was het verdriet. Feest omdat de oorlog voorbij was, maar ook verdriet om degene(n) die men kwijtgeraakt was. Vanaf de pont aan het IJ kwamen er jeeps met soldaten die alle kinderen ophaalden. Die mochten op de jeeps klimmen. Het was wel moeilijk dat ook veel mensen niets meer van hun broer of vader hadden gehoord. Soms pas een half jaar na de oorlog weer. Zij zaten dus in grote onzekerheid of hun dierbaren nog wel leefden.’

Waarom is het zo belangrijk om uw verhaal te vertellen?
‘Mijn motivatie is heel duidelijk. Ik heb drie jaar gewerkt bij Hollandia Kattenburg: een echt Joods bedrijf en ik weet wat daar gebeurd is. Ik heb het verdriet gezien van de mensen wiens familie is weggehaald. De Duitsers vielen het bedrijf binnen op 11 november 1942. Alle Joodse medewerkers en hun familieden werden weggevoerd. Van de ruim achthonderd mannen, vrouwen en kinderen, hebben maar acht het gered.’

 

 

 

 

 

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892