‘Ik heb een geweldige jeugd gehad in Suriname’


Demi, Rachel, Danilo, Thomas vertellen het verhaal van Irene Gefferie
SurinameAmsterdam-Zuidoost

Het online-gesprek met Irene Gefferie verliep niet helemaal vlekkeloos: Demi, Rachel, Danilo en Thomas van Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam-Zuidoost moesten er eerst voor zorgen dat de internet verbinding goed werkte. Maar toen dat gelukt was en ze eenmaal aan de praat raakten, merkten ze hoe aardig mevrouw Gefferie is. Ze is geboren in Paramaribo, in Suriname, en op latere leeftijd naar Nederland verhuisd.

Hoe was haar jeugd, vragen we.
Mevrouw Gefferie vertelt dat ze een geweldige jeugd heeft gehad in Suriname. Ze werd opgevoed door haar moeder en oma. Ze werd lekker verwend, maar ze was ook een liefdevol kind. Ook was ze een beetje een ondeugend meisje; ze was altijd de eerste die uit de klas werd gestuurd. Ondanks dat bleef ze haar best doen en haalde ze goede cijfers. Maar het belangrijkste is dat ze met heel veel geluk en vreugde kan terug kijken op die tijd.

We vragen haar wat ze vindt en weet van de slavernij.
Ze antwoordt dat ze heeft gereisd naar een eiland waar ze hele ellendige dingen zag: een overwoekerd gebied waar vroeger slavernij plaatsvond. De gedachte ging rond in haar hoofd dat haar voorouders daar misschien moeten hebben geleefd. Die gedachten doen veel pijn. We werden een beetje stil tijdens dit verhaal. Ze zei dat in haar gezin wel werd verteld over de slavernij omdat we onze geschiedenis moeten weten.

Vanwege de liefde is zij op 1 juli 1971 naar Nederland verhuisd. Op die dag wordt ook het traditionele Surinaamse feest Keti Koti gevierd. Keti Koti is een jaarlijkse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij en dat raakt haar. Omdat het ook haar koloniaal verleden is. Ze vertelt dat er festivals zijn, maar ook bezinningsdagen en dat mensen bij elkaar komen om erover te praten.

Spreekt ze nog veel Surinaams?
Mevrouw Gefferie vertelt dat ze vaak Surinaams spreekt in Nederland en ze heeft ook veel Surinaamse vrienden, familie en kennissen. Alleen wordt de taal tussen de verschillende bevolkingsgroepen niet altijd goed begrepen en wordt het soms anders bedoeld dan ze denken. Ze vertelt ook dat je niet altijd alles kan zeggen, dat sommige dingen dubbele betekenissen hebben. Ze vindt het apart dat je niet altijd overal in je eigen taal mag spreken. Ze zegt dat iets voor haar soms vanuit het Surinaams beter te weergeven is. En dat als je iets in je eigen taal bespreekt, het krachtiger overkomt.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892