‘Ik heb de eerste uitgave van het dagboek van Anne Frank meteen gelezen’


Saffah, Roueda, Tijden, Kevin vertellen het verhaal van Thea Hoff 4 jaar toen de oorlog begon
Kamperfoelieweg 37Amsterdam-Noord

Juist toen Saffah, Roueda, Tijden en Kevin van de IJdoornschool langskwamen om Thea Hoff te interviewen over haar oorlogsherinneringen, bleek haar gehoorapparaat kapot te zijn. Hoe konden ze haar nu vragen stellen? Gelukkig bedachten ze dat ze de vragen ook konden opschrijven, dat werkte goed. Saffah en Roueda hadden het Achterhuis meegenomen, ze waren benieuwd of Thea Hoff het ook had gelezen. Ja hoor, ze had zelfs als 13-jarige de eerste uitgave van het dagboek van Anne Frank gelezen. “Ik was dus toen ongeveer net zo oud als jullie nu.”

Heeft u de bombardementen op Noord meegemaakt?
‘Ja, drie keer en ik was doodsbang. Als het luchtalarm afging, moest je meteen naar binnen. Tijdens het eerste bombardement, gingen we snel ons huis op de Kamperfoelieweg in. Er was opeens een hele harde klap. De schilderijtjes trilden aan de muur en we zaten te trillen op onze stoel. We mochten de deur niet uit. Zodra het veilig was, gingen we naar buiten om te kijken wat er was gebeurd. En dat was heel erg want er waren veel bommen in één keer gevallen. Ik zie het nog voor me, ingestorte huizen, mensen in paniek, mensen onder het puin. Het was een verschrikkelijke situatie. Er waren ook doden gevallen. Ik vergeet dat nooit meer.’

Wat vond u er van dat koningin Wilhelmina tijdens de oorlog naar Engeland vluchtte?
‘Ik vond het heel moeilijk dat de koningin weg was. De één zegt: het is goed dat ze uit handen van de Duisters is gebleven en de ander zegt: ze had voor haar land moeten blijven. De koningin sprak af en toe wel voor de radio, maar op een gegeven moment moesten we alle radio’s van de Duitsers inleveren. Er waren wel een paar mensen die een radio achterover hadden gedrukt, zodat we soms stiekem naar de Engelse zender konden luisteren. In de krant stonden natuurlijk nooit berichten over het Koningshuis want dat moest geheim blijven. Sommige mensen schreven geheime berichten die via Radio Oranje werden doorverteld. Iemand ging ook wel achter de huizen langs, de tuinen in en legde er briefjes neer met het laatste nieuws over de oorlog. Als je zo’n bericht had gelezen, moest je het meteen vernietigen. De Duitsers mochten die briefjes natuurlijk niet vinden.’

Hoe was voor u de bevrijding en werd er bij u thuis na de bevrijding nog over de oorlog gesproken?
‘Het was een heel groot feest! Het was overal versierd en er kwamen opeens vlaggen tevoorschijn. De stemming was zeer opgetogen. De Canadezen reden door de straten, in auto’s en op tanks. De Kamperfoelieweg liep destijds nog dood, maar het was wel een grote, brede straat en de Canadezen dachten daarom dat ze hier doorheen konden rijden. Op het einde moesten ze toch omkeren, dat herinner ik mij nog. De oorlog was later het gesprek van de dag. Ook met mijn ouders sprak ik er veel over en dat vond ik fijn.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892