‘Ik had geen andere keus dan mee te doen aan die oorlog’


Angel, Faith en Chabelly vertellen het verhaal van Max Sordam
SurinameAmsterdam-Zuidoost

Max Sordam is 95 jaar oud, maar doet het interview gewoon via beeldbellen. Hij is geboren en getogen in Suriname en woont nu al veertig jaar in Nederland. Wie denkt dat ze in Suriname niks hebben gemerkt van de Tweede Wereldoorlog heeft het mis. Angel, Faith en Chabelly van OBS Wereldwijs willen alles te weten komen.

Hoe merkte u dat de Tweede Wereldoorlog was uitgebroken?
‘Het was duidelijk te merken. De Amerikanen waren ook in Suriname gestationeerd. En ik was op een leeftijd dat het me allemaal wel fascineerde. Ik wilde piloot worden. Ik had een test gedaan en was geslaagd. Maar omdat ik minderjarig was, moest mijn vader tekenen. Hij weigerde echter, dus ging het niet door. Anders was ik piloot geworden bij de Amerikanen. Dan had ik daadwerkelijk deelgenomen aan de oorlog. Vrienden en collega’s van me werden wel uitgezonden naar het oorlogsgebied. Ik bleef in Suriname.’

Wat deed u tijdens de oorlog?
‘Ik ben anderhalf jaar in militaire dienst geweest. In Suriname moest de oudste van het gezin in dienst en dat was ik. Ik heb een opleiding gehad op Zanderij, waar ook Amerikanen gestationeerd waren. Ik vond het wel spannend, vooral de trainingen diep in Suriname. Je kreeg een volledige training als militair. Tijdens deze gevechtstrainingen leerde je schieten en aanvallen. Toen ik de opleiding achter de rug had, kon ik bij de compagnie van kapitein Dijkstra terecht. Ik was een beetje brutaal. Ik nam bijvoorbeeld zonder toestemming de auto van de sergeant mee. Op een dag kreeg ik streng arrest. Dat heeft mij wel de les geleerd om me een beetje in te houden en niet meer zo brutaal te zijn. Soms miste ik daar mijn ouders. Je bent in de binnenlanden, in militaire dienst. Pas als je weer in de stad was, kreeg je verlof. Ik moest jong volwassen worden. Maar het was leerzaam.’

Waren er ook Duitsers in Suriname?
‘Ja, er waren ook Duitsers. Ze werden opgesloten in het streng bewaakte kamp bij de Jodensavanne, in de binnenlanden van Suriname. Later in de oorlog kreeg ik de taak om alle post die uit Duitsland daar binnenkwam te controleren, voordat de gevangenen het mochten lezen. Als ik dan iets vond dat niet in orde leek, moest ik dat doorgeven.’

Wat at u in de oorlog?
‘In het kamp was er goed eten. Dat was geen probleem. Ik had ook wel dienst in het binnenland en daar was weer ander eten. Maar het leger zorgde goed voor hun manschappen, dus het eten was altijd goed. Dat moest wel, want ze hadden sterke soldaten nodig om te kunnen vechten als het nodig was.’

Hoe was het na de oorlog?
‘De oorlog eindigde terwijl ik nog in dienst was. Er viel een atoombom op Hiroshima, Japan, en dat betekende het einde van de oorlog. Toen kon ik naar huis. Na de oorlog was ik blij en opgelucht. Ik moest in dienst en had geen andere keus dan mee te doen aan die oorlog. Oorlog is nooit prettig, want er gaan mensen dood. Kort erna ben ik naar de Antillen vertrokken. Daar heb ik zeventien jaar gewerkt bij KLM en Shell. Daarna ben ik naar Nederland gekomen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892