‘Ik dacht: dat zijn vreemde kerels’


Thijs, Larissa en Boyd vertellen het verhaal van Piet Eiff
Roostenlaan, Eindhoven

Thijs, Larissa en Boyd van basisschool Floralaan in Eindhoven interviewen Piet Eiff. Hij was elf jaar toen de oorlog uitbrak. Haast dezelfde leeftijd als de leerlingen uit groep 8.

Wat herinnert u zich nog van de oorlog?
‘Ik ben van 1929 en was elf jaar toen de oorlog begon. Ik speelde met mijn vriendjes bij de Roostenlaan. Waar nu de Albert Heijn is, daar waren een paar winkels en daar was onze hangplek. Daar was ik me voor het eerst bewust dat het oorlog was. Ineens kwam er uit de Winkelstraat, vanaf de Leenderweg, een vrachtwagen met een groep Duitse soldaten met mitrailleurs tussen hun benen geklemd. Dat was mijn eerste confrontatie met soldaten. Ik dacht: dat zijn vreemde kerels. Op de Roostenlaan kwam een ‘workshop’ om vrachtwagens en tanks te repareren. Op de plek waar wij speelden. Totdat we opeens vliegtuigen hoorden aankomen. Dan ging er een sirene en werden de kinderen onder de vrachtwagen gestopt. Dan viel er ineens een bom en daarna speelden we verder.’

Was u ook wel eens bang?
‘Nou, als ik dichterbij een doel van de Duitsers had gewoond wel. Ook moest je de ramen open zetten als er weer gebombardeerd werd. Door de druk van de knal konden die kapot gaan. En als het donker werd, mocht je niet naar buiten. Radio’s moesten we inleveren, omdat je daarmee naar Engelse zenders kon luisteren en dan kon horen hoever het stond met de oorlog. Dat wilden ze niet. Mijn vader, die bij Philips werkte, heeft onze radio in het kolenhok verstopt. Hij had een grote kaart van Europa op de deur geplakt, waar hij elke dag met speldjes bijhield waar de frontlijn was, waar gevochten werd. Dan pakte hij een wollen draadje en verbond die tussen de speldjes. Zo kon je zien hoe dichtbij ze waren.’

Waren er ook soldaten bij u in huis?
‘Tijdens de bevrijding hadden we een Canadees en een Engelsman in huis. Deze achterblijvers moesten de aanvoerlijnen regelen. De Canadees was een stuk jonger, dit was zijn eerste oorlog. De Engelsman was een veteraan. Een hele aardige vent, die door de Woestijnoorlog heel Afrika had gezien. Deze bevrijders deelden overal sigaretten en snoep uit. Ik rookte niet, hoor.’

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892