‘Ik dacht alleen maar: wat is deze persoon toch dom’


Bento, Frey, Roosmarijn, Talia, en Willem vertellen het verhaal van Helen Wijngaarde
CuraçaoAmsterdam-Zuid

Bento, Frey, Roosmarijn, Talia, en Willem van de Amsterdamse Hildebrand van Loonschool bezoeken Helen Wijngaarde thuis. Na een gezellige kennismaking laat ze een grote wereldkaart zien op tafel, zodat de kinderen meteen een beeld hebben waar Curaçao en Suriname liggen. Curaçao is alleen zo klein dat het bijna niet op de kaart te zien is. Ze laat ook een foto zien van toen ze 12 was. Ze heeft haar kleine zusje op haar arm.

Waar bent u geboren?
‘Ik kom uit Curaçao, maar toen ik zo oud was als jullie, ging ik naar Suriname. Daar kwam mijn vader vandaan en hij wilde terug naar zijn eigen land. Toen ik 18 was, ik had net mijn diploma als ‘juf’ gehaald, ben ik teruggegaan naar Curaçao, maar ik vond het toch niet meer zo leuk daar. Mijn moeder was al met mijn zusje en broer naar Nederland verhuisd, dus toen dacht ik: ik ga ook naar Nederland, en toen ben ik hier gaan werken als juf.’

Hoe was leven als kind op Curaçao?
‘Het was geweldig. We spraken thuis Nederlands, want mijn vader was een Surinamer. De familie van mijn moeder sprak ook wel Nederlands, maar veel liever Papiaments, dat is een heel andere taal. Het is de taal die bijna iedereen die daar woont, spreekt. Als je Papiaments op school sprak, kreeg je straf want je moest je in het Nederlands uitdrukken. Op het schoolplein spraken we wel Papiaments, dat vonden we heel gewoon.

De scheiding tussen rijk en arm op Curaçao is heel groot, en het is vaak: hoe zwarter, hoe armer. Dat zijn de napijnen van het slavernijverleden. Je hebt aan de ene kant hele mooie landhuizen, aan de andere kant heel erg verwaarloosde huizen omdat mensen geen geld hebben om ze op te knappen. Ik werkte op een school in een achterstandsbuurt, daar zaten vooral arme zwarte kinderen.’

Hoe zag de school eruit?
‘Het was een grote school met twee namen, de Wilhelmina- en de Hendrikschool. De Wilhelminaschool was voor de meisjes en de Hendrikschool was voor de jongens en in het midden was er een hele hoge muur, want men vond dat meisjes en jongens apart moesten zijn. Toen ik bijna 12 was, ging ik naar Suriname en daar kwam ik in een gemengde klas! In het begin dacht ik: oh, wat erg, maar later vond ik het heel leuk om samen met jongens in de klas te zitten.’

Hoe was de school in Suriname?
‘Het was heel leuk, we leerden allemaal Hollandse liedjes over winter en sneeuw en ook over allerlei vogels die we niet kenden. We vonden dat helemaal niet gek, het waren heel vrolijke en bijzondere liedjes. Het was wel gek dat we veel over Nederland leerden, over ons eigen land wisten we bijna niets. Ik kreeg meteen hele leuke vriendinnen in Suriname, en dat zijn nog steeds mijn vriendinnen. We zijn nu allemaal over de 80 jaar oud.’

Heeft u te maken gehad met racisme?
‘Ja. In de tijd dat ik Engels studeerde, zei de directeur van de school vaak tegen mij: ‘Wanneer ga je terug naar je land, waarom moet je eigenlijk studeren?’ Niet veel later was het Sinterklaas en toen nam hij zijn dochtertje mee naar school. ‘Kijk, dat is het zusje van Zwarte Piet’, zei hij tegen haar. Toen het gebeurde bleef ik rustig en dacht ik alleen maar: wat is deze persoon toch dom.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892