‘Ik ben naar de toespraak van veldmaarschalk Montgomery geweest’
Dex, Mats en Vince vertellen het verhaal van Elly van Wijk
Arnaudinaplein 24
Dex, Mats en Vince van De Handreiking in Eindhoven interviewen de 89-jarige Elly van Wijk over haar herinneringen aan de oorlog. Als ze haar huis binnenkomen, liggen er al allerlei spullen klaar uit de oorlog, zoals een echte Duitse helm. Maar ook een blik met marsen, dat ze heeft gekregen bij de viering van de 50-jarige bevrijding van Eindhoven.
Heeft u iets bijzonders meegemaakt in de familie?
‘Mijn vader zat bij de luchtbescherming, bood eerste hulp en hielp bij het blussen. We hadden ook een radio in huis. De kast werd opzijgeschoven, want daar zat de radio verstopt, en dan luisterde hij berichten af. Wij mochten niets weten, zodat we niets verkeerds konden doorgeven. Hij zei alleen maar dat hij even weg was. Mijn oudste broer deed hier ook aan mee. Na de oorlog hebben we er nooit meer naar gevraagd.
Mijn vader werkte voor Philips, net als velen in Eindhoven. Tijdens de oorlog is hij in de liftkoker gevallen bij Philips. Hij lag daarna in het oude Binnenziekenhuis op de Vestdijk, met zijn been in een schraag. Er lag een schaar naast hem, zodat hij het verband kon doorknippen en kon vluchten. Hij is altijd mank blijven lopen.
Mijn oom was fout in de oorlog. Toen mijn vader dat te weten kwam, hebben ze elkaar nooit meer aangekeken. Dat kan gebeuren.’
Zat u wel eens in een schuilkelder?
‘Aan de overkant was een groot veld, en de mannen uit de buurt hebben daar een schuilkelder gegraven. Het was helemaal van zand, en als er veel mensen in zaten, werd het benauwd en begon het te ruiken. Op een gegeven moment moesten we eruit, want het stond op instorten. Dus gingen we bij een volgende bommelding maar naar de Stratumse Heide en zochten droge sloten. Daar lagen we en wachtten tot het over was. Soms sliepen we ‘s nachts in de bossen… dat was niet leuk.
Ik moest ook wel mee met mijn moeder naar Lieshout, waar mijn tante woonde die ons eten gaf. Daarom hebben we geen honger geleden. We namen de bus tot Gerwen en moesten vanaf daar lopen. Als er weer iets gebeurde, moesten we in de sloot gaan liggen.’
Hoe was het na de oorlog?
‘Het was geweldig! Ik ben naar de toespraak van veldmaarschalk Montgomery geweest, met de school ernaartoe. Dat was echt een feest. Op de markt, in de stad, op het podium… Mijn vader had van witte parachutestof een plooirokje voor mij gemaakt en in elke plooi een lint van rood en blauw genaaid.
We hadden twee Engelse koks op de binnenplaats, zij kookten voor de andere soldaten en wij kregen ook eten. Dat was geweldig, vooral de biscuits waren een traktatie. Ze woonden ook bij ons in huis, er werd een kamer voor ze vrijgemaakt. Mijn vader vond dat maar niets omdat ik een meisje was en nog heel klein was.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.