‘Ik ben er niet rouwig om dat ik de oorlog heb meegemaakt’


Josephine, Viggo en Yin vertellen het verhaal van Frans de Wit
Schalmstraat, Eindhoven

Josephine, Viggo en Yin van Saltoschool De Hasselbraam gaan op bezoek bij de 95-jarige Frans de Wit. Hij woont nu weer in de Schalmstraat, waar hij als kind in een mooi geverfd huisje woonde. Als hij nu uit zijn raam kijkt, kijkt hij uit op de plek waar hij in de oorlog heeft geholpen om tweeënveertig doden te begraven; mensen die omkwamen na een bombardement op de schuilkelder aan de Biesterweg.

Wat voor spelletjes speelde u als kind in de oorlog?
‘Samen met de jongens uit de buurt een bal tegen de muur koppen bijvoorbeeld. Een keer waren we de tijd vergeten terwijl er een avondklok was. Dan moest je om acht uur binnen zijn. Een Duitser kwam in een Volkswagen aangereden, stapte uit en zei ons dat het spertijd was. Mijn vader was een felle. Die kon erg boos worden als ze ons kleine kinderen bang maakten. Een keer deed een NSB’er een briefje bij ons in de deur. Dat heeft hij terug door de brievenbus naar buiten gegooid. Tot drie keer aan toe. Uiteindelijk heb ik het toen in de kachel gegooid, zodat het weg was. Mijn vader was zo boos en kwaad op de Duitsers. Ik vond het wel leuk om ze te plagen. Ik was niet bang, het was ook uitdagend en sensatie.’

Hoe kwamen jullie aan eten in de oorlog?
‘Van mijn vader moest ik op mijn kleine fietsje, met een kist achterop, een big gaan halen bij familie in Leende, die ze anders moesten inleveren bij de Duitsers. Met het lawaaierige biggetje achterop ben ik over het Leenderpad helemaal naar huis gefietst. Thuis aangekomen kon ik niet meer van mijn fiets af komen! Na drie rondjes rijden heeft mijn moeder me opgevangen.
Omdat onze buurman lid van de NSB was, kreeg hij extra eten en kolen. Zijn kinderen liepen in mooie pakjes. We speelden wel gewoon met hen. Na de oorlog is hun vader opgepakt en heeft hij zes weken in het concentratiekamp in Vught gezeten. Wij hebben zelf nooit overwogen om bij de NSB te gaan. Dat had mijn vader nooit gekund!’

Wat is u het meest bijgebleven van de oorlog en de bevrijding?
‘Ik kan me nog heel goed de bombardementen na de bevrijding herinneren. Op vrijdag werden we bevrijd en de dag erna werden er bommen gegooid door de Duitsers, om de weg af te snijden naar Nijmegen. Die kwamen hier allemaal langs de kerk en toen gooiden ze per toeval een bom midden in een schuilkelder. Daarbij kwamen tweeënveertig mensen om. Die heb ik toen mee helpen begraven. De meesten van hen kende ik. Bij huis hadden we ook een schuilkelder. Mijn buurman was steigerbouwer, die heeft die gebouwd. Met een bank erin en een kap erover. Zijn vrouw was in verwachting en die kleine van hen is geboren in de nacht dat er een bombardement was. Dat kind was dus één van de eerstgeborenen na de oorlog’.

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892