‘Iedereen had codenamen zodat mensen elkaar niet konden verraden als ze opgepakt waren’


Issae (10), Jitte (10), Nikan (10) en Jade (10) vertellen het verhaal van Dick Neijssel
Meerhuizenplein 34 huisDe Rivierenbuurt

Dick Neijssel werd door Issae, Jitte, Nikan en Jade van de Olympiaschool geïnterviewd in het clubhuis van de speeltuin aan de Gaaspstraat. Een bijzondere plek, want in de oorlog werd deze speeltuin een markt voor Joden. Zij mochten alleen boodschappen doen op deze speciale markten en niet in gewone winkels. Eén keer in de maand werden alle Joden die op dat moment op de markt waren, opgepakt en via de Hollandse Schouwburg naar concentratiekampen vervoerd. De kelder van het oude clubgebouw diende als hoofdkwartier van het verzet, De Waarheid werd er gedrukt en de taken werden van daaruit verdeeld. Na de oorlog is het weer een speeltuin geworden met een monument bij de ingang om de mensen te herdenken die hier zijn opgepakt en vermoord.

Hoe kwam uw vader bij het verzet terecht?
Mijn vader was 18 toen de oorlog begon en was lid van de communistische partij. De partij vroeg hem of hij in het verzet wilde en hij zei ja. Iedereen bij het verzet had een taak, bijvoorbeeld berichten rondbrengen, affiches plakken, de krant De Waarheid verspreiden. In 1943 werd het echt menens. Toen ging hij bij het gewapend verzet.

Loes werd bijvoorbeeld Blauwoog genoemd. Maar mijn vader liet zich gewoon Dirk noemen. Hij kreeg een revolver en soms opdracht om landverraders dood te schieten. Ook bleef hij affiches plakken terwijl een vrouw op de uitkijk stond. Zij had ook een revolver en moest schieten als ze aangehouden zouden worden. Na de oorlog had mijn vader daar veel last van want ook al redde hij daar veel andere levens mee, hij had wel mensen van het leven beroofd. Oorlog is zo verschrikkelijk dat je soms dingen doet die je eigenlijk helemaal niet wilt doen.

Is hij weleens verraden?
Toen mijn vader ondergedoken zat op de zolder van zijn huis is hij verraden. Hij werd opgepakt en naar de gevangenis aan de Amstelveenseweg gebracht. Hij had geluk. Zijn pleegvader kwam uit Duitsland en sprak nog goed Duits. Hij ging naar de gevangenis als Duitser en zei dat er een vergissing gemaakt was en dat zijn zoon opgepakt was. Toevallig waren er op dat moment net geen Duitse officieren en toen hebben de bewaarders hem per ongeluk vrijgelaten.

Waarop bent u het meeste trots?
Ik vind het heel  moedig van mijn vader dat hij op zijn 18e besloot bij het verzet te gaan. Hij was nog jong en had nog een heel leven voor zich. Toch streed hij voor wat hij belangrijk vond. Mijn vader is wat dat betreft een voorbeeld voor mij. Ik ben blij dat het geen oorlog is want ik denk dat ik hetzelfde zou doen als mijn vader. Mijn raad aan jullie is om altijd zelfstandig te denken en niet zomaar dingen aan te nemen.

Fotografie: Ingrid de Groot

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892