‘Hun eigen namen opschrijven, was te gevaarlijk’


Mats, Eline, Marije, Nynke, Kiara vertellen het verhaal van Taeke Zijlstra
Potgieterstraat, Leeuwarden

Meneer Teake Zijlstra is vlak na de oorlog geboren en heeft de oorlog zelf dus niet meegemaakt. In de jaren tachtig was meneer Zijlstra als journalist werkzaam bij de Leeuwarder Courant. Op een dag kreeg hij een stapeltje brieven, die zijn wereld veranderden. Hij ging op onderzoek uit en kwam achter het verhaal van de joodse kinderen Bram en Eva Beem. Dit verhaal deelt hij op 2 april 2025 met Mats, Eline, Marije, Nynke en Kiara uit groep 8 van CBS de Winde in Hurdegaryp.

Hoe kwam u aan dat stapeltje brieven?
‘Dat heb ik gekregen van Jaap Kuindersma. Hij woonde in Leeuwarden in de Potgieterstraat en ging in de jaren ‘70 zijn huis verbouwen. Toen vond hij boven, onder de vloer, een stapeltje brieven. Hij wist niet wat voor brieven dat waren. Dat waren brieven van een Jan en Lini de Wit aan oom en tante Koster van Groos. En die Jaap Kuindersma zei tegen mij: ‘Ik heb wat brieven gevonden, misschien kun jij eens uitzoeken hoe die er komen.’
‘Ik kwam erachter dat vroeger in dat huis de familie Koster van Groos had gewoond. En die man, Willem, was leraar aan de HBS in Leeuwarden. Hij had een collega en dat was Hartog Beem, die was dus ook leraar. Hartog was Joods en mocht eerst nog wel doorwerken op school, maar op een gegeven moment mocht dat niet meer. Omdat hij dus Joods was. Toen hebben ze besloten dat Hartog Beem en zijn vrouw onder gingen duiken bij die collega aan de Potgietersstraat in Leeuwarden, bij familie Koster van Groos.’

Waarom zaten Bram en Eva niet samen met hun ouders ondergedoken?
‘Hun ouders vonden dat Bram en Eva niet in zo’n kleine ruimte konden onderduiken. Ze wisten van tevoren ook niet voor hoe lang het zou zijn. Ze hadden verre familie in Ermelo, een mooie bosrijke omgeving, en toen besloten ze om de kinderen daar onder te brengen. Bram en Eva waren toen 8 en 10 jaar.  Ze hebben anderhalf jaar bij die mensen gewoond en gingen daar gewoon naar school en ze hadden daar vrienden en vriendinnen. Dus voor Bram en Eva ging het leven gelukkig een beetje door. En dat wilden die ouders ook graag, dat het voor de kinderen zo normaal mogelijk bleef. Daarom zaten ze gescheiden ondergedoken. Vanuit Ermelo schreven Bram en Eva prachtige brieven aan hun ouders, 61 in totaal. Ze konden de brieven natuurlijk niet richten aan de familie Beem aan de Potgieterstraat. Dus schreven ze aan oom en tante Koster – Van Groos. Zij gaven de brieven aan Hartog en Rosetta Beem, die daar ondergedoken zaten. Ze sloten de brieven af met ‘Jan en Lini’, want Bram en Eva konden niet hun eigen namen schrijven, dat was te gevaarlijk.’
‘Achteraf blijkt dat die man, die Hartog Beem, de vader van Bram en Eva, de brieven allemaal heeft bewaard. Hij liet ze aan een touwtje zakken in een andere ruimte, zodat de brieven allemaal goed verstopt waren.’

Wat is er toen met Bram en Eva gebeurd?
‘Tsja, dat is een dramatisch verhaal. Kennelijk heeft iemand aan die kinderen gezien dat ze Joods waren en die heeft ze verraden. Op een nacht, het was eind februari 1944, zijn mensen in dat huis gekomen waar ze sliepen, in Ermelo. Het waren NSB’ers of landwachters, die kregen soms geld als ze Joden verraadden. En toen zeiden ze: ‘Volgens ons zijn dit Joodse kinderen.’ ‘Nee’, zeiden de mensen waar ze bij woonden, ‘Dat is niet zo.’ Toen moest Bram zich uitkleden en zagen ze dat hij besneden was en toen wisten ze dat het Joodse kinderen waren. Bram en Eva zijn toen opgepakt en naar Westerbork gebracht. Al een paar dagen later, op 6 maart 1944, zijn ze vermoord in de gaskamers van Auschwitz. Eva was 11 jaar en Bram was 9.’

En de ouders van Bram en Eva, hebben die de oorlog overleefd?
‘Ja, zij hebben de oorlog overleefd, maar hun kinderen dus niet. Ze hebben geprobeerd hun leven weer op te pakken. Hartog werd weer leraar aan de HBS in Leeuwarden en deed veel voor de Joodse gemeenschap en schreef allemaal artikelen. In één van zijn boeken schreef hij: ‘We lachen nog slechts van buiten met ons gezicht, maar niet van binnen met ons hart. Maar eens zullen we met onze kinderen weer lachen.’ Deze zin zal ik nooit vergeten. Hartog Beem is 93 jaar geworden. Op aanraden van een collega van Hartog, heb ik gewacht met het publiceren van het verhaal in de Leeuwarder Courant tot hij was overleden. Op 30 april 1988 kwam het hele verhaal in de krant, dat was twee jaar nadat ik het verhaal had ontdekt. Die vader van Bram en Eva heeft dus niet meer geweten dat die brieven zijn gevonden in dat huis aan de Potgieterstraat.’

 

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892