‘Hou je maar rustig, ik kom zo weer terug’’


Soufyane, Yagmur, Ece en Imane, Iakisha en De’am van de Multatulischool vertellen het verhaal van Tinie IJisberg
Trouringhstraat 14hsBos en Lommer

Fotografie: Saskia Gubbels
Fotografie: Saskia Gubbels

We spraken met mevrouw Tinie IJisberg over haar ervaringen tijdens de oorlog. We waren diep onder de indruk omdat zij zo goed kon vertellen over de verschrikkelijke dingen die haar familie zijn overkomen. Na de Februaristaking werd haar vader opgepakt, zij was toen amper één jaar. Ze zag hem nooit meer terug en kent hem voornamelijk van foto’s en de meer dan vijfhonderd briefjes die hij naar zijn vrouw smokkelde toen hij in de gevangenis zat. De kopien van de briefjes hebben we allemaal in handen gehad en Tinie IJisberg las ons de afscheidsbrief van haar vader voor die hij in de gevangenis heeft geschreven. Dat was erg ontroerend.

Waarom hebben de Duitsers uw vader opgepakt?
Mijn vader was het niet eens met de bezetting. Hij ging met mensen van het verzet praten over een actie. Het begon eerst onschuldig met het schrijven en publiceren van illegale krantjes over de verschrikkelijke dingen die nazi’s deden. Daarna hielp hij in 1941 met het organiseren van de Februaristaking. Na die staking zijn honderden mensen opgepakt. Leden van het verzet hadden mijn vader toen aangeraden onder te duiken, maar dat wilde hij niet. Hij voelde zich te verantwoordelijk voor zijn vier kinderen en zijn vrouw. Hij dacht dat als hij zich rustig hield, het allemaal wel in orde zou komen. De rust duurde tot november 1941. Midden in de nacht kwamen de nazi’s hem halen in grote overvalwagens met felle lichten erop. Ze stonden aan beide kanten van de straat, hij kon geen kant op. Voor hij werd meegenomen zei hij nog: ‘Hou je maar rustig, ik kom zo weer terug’.

Wat gebeurde er toen met uw vader?
Eerst wisten we lang niet wat er aan de hand was, maar op een dag kreeg mijn moeder een briefje waarin stond dat mijn vader  opgesloten zat in de gevangenis aan het Leidseplein. Ze kreeg orders om zijn wasgoed op te halen. Ze mochten geen contact hebben met elkaar, maar in het wasgoed konden ze wel steeds briefjes voor elkaar verstoppen. Uiteindelijk hebben mijn ouders zo meer dan vijfhonderd briefjes naar elkaar gestuurd. We hebben ze allemaal bewaard, drie mappen vol. Hij schreef van alles in de briefjes, maar vooral veel waarschuwingen. Hij scheef ook dat hij vaak verhoord en gemarteld werd. Eerst ontkende hij alles, maar omdat steeds meer mensen bekenden, moest hij uiteindelijk ook bekennen.

Hoe is uw vader uiteindelijk gestorven?
In juli 1942 kreeg hij een proces, samen met 17 anderen. Ze hadden één advocaat voor hen allemaal, maar die sprak natuurlijk Duits. De rechter sprak ook Duits, dus mijn vader begreep er niets van. Het vonnis luidde eerst twee jaar gevangenisstraf omdat mijn vader zogenaamd een wapen had verborgen bij ons thuis. Daarna zou hij de doodstraf krijgen voor zijn rol in het verzet. Mijn moeder had eerst nog hoop, omdat ze dacht dat de oorlog na twee jaar voorbij zou zijn. Maar recht was toen geen recht, recht was krom. De Duitsers hebben zich niet aan het vonnis gehouden. In november 1942 hebben ze hem samen met 33 andere mensen geëxecuteerd. Bij ons thuis dacht iedereen toen dat hij in de gevangenis zat. Op een dag kregen we een briefje met één regeltje waarop stond dat het vonnis was voltrokken en dat mijn vader dood was. Mijn broer vroeg nog of we zijn lichaam konden krijgen om het te begraven, maar dat is geweigerd. Na de oorlog is hij teruggevonden in een massagraf ergens bij Soesterberg en hebben we hem alsnog kunnen begraven op de Oosterbegraafplaats.

Mijn vader mocht een afscheidsbrief schrijven, hij kreeg ’s morgens te horen dat hij ’s middags werd gefusilleerd. Die brief heb ik, die wil ik jullie wel voorlezen als jullie dat willen. Het is een hele lieve brief, wij hebben er thuis nooit meer over gepraat, het was te pijnlijk denk ik, maar het is wel jammer. Hij schreef voor iedereen van ons een heel stuk.  Hij was vooral met de toekomst bezig, voor ons en voor jullie. Ik heb het ook altijd wel belangrijk gevonden om te waarschuwen. Ik denk zelf dat oorlog het ergste is wat je kan krijgen. Gewone mensen hebben daar het meeste last van. Praten is altijd beter dan schieten.

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892