‘Hoe lichter je van kleur was, des te makkelijker kwam je aan een baan’
Ben, Oscar en Tara vertellen het verhaal van Winston Gibbes
Curaçao
Op steenworp afstand van basisschool ’t Karregat in Eindhoven, ontvangt Winston Gibbes Ben, Oscar en Tara hartelijk in zijn huis. In zijn modern ingerichte woning met een prachtig felgekleurd vloerkleed en strak zwart glimmend stenen keukenblok gaan ze in gesprek over hoe het was om op te groeien in Curaçao, toen nog een gemeente van Nederland. Meneer Gibbes kwam op zijn 22ste naar Nederland.
Hoe was het op Curaçao?
‘We hebben het heel fijn gehad, leuke familie en leuke ouders. Soms vragen mensen waarom we niet zijn gebleven. Ik ben hier gekomen voor de studie, zeg ik dan. Op Curaçao gaat de zon gaat op om een uur of 6, en rond half 7 gaat de zon weer onder. In Nederland heb je alle soorten weertypes; op één dag heb je herfst, winter, hagel, sneeuw… dat vind ik wel prachtig.
In onze tijd was Nederland onze enige verbinding met Europa. Alle onderwijzers kwamen uit Nederland, waardoor er in de klas ook Nederlands werd gesproken. In de pauze kregen we wel eens strafwerk. Weet je waarom? Omdat de leraren ons betrapten als we geen Nederlands spraken met elkaar want ook in de pauze moesten we Nederlands praten. Maar de oorspronkelijke taal van Curaçao is Papiaments, een mengeling van Portugees en Afrikaans. Dat sprak je tot je als kind naar de kleuterschool ging.
De lesboeken kwamen ook uit Nederland. Ik las over ‘Jan ging schaatsen en Jan had een sjaal om… Het was koud en ze gingen de kachel aansteken.’ Dat vond ik wel raar want ik groeide op in de tropen waar je nooit sneeuw zag of een kachel aanstak.
Ik vond het niet leuk dat kinderen op school zwaar werden gestraft, dat ze werden geslagen. Ik ben heel bij met mijn vader want die zei tegen de leraren: aan mijn kinderen kom je niet! Ze moesten naar hem komen als er iets aan de hand was en niet zomaar slaan.’
Waren uw ouders of grootouders in de slavernij geweest?
‘Het verhaal over de slavernij kregen we uit de geschiedenisboeken, maar die werden geschreven door Nederlanders. Maar er is nu wel verandering gaande, Tula en Carpata krijgen nu eer. In 1795 was er een opstand tegen de slavernij die geleid werd door Tula en Carpata. Hoewel het losbreken van de slavernij niet lukte, wordt op 17 augustus de ‘Dag van de Vrijheidsstrijd’ herdacht. Uiteindelijk werd de slavernij in juli 1863 afgeschaft, maar de Curaçaoënaars bleven vaak nog wel op de plantages werken.
Je ziet nog wel de naweeën. De zwartere mensen bleven op Curaçao. Hoe lichter je van kleur was des te makkelijker kwam je aan een baan. Je had ook meer rechten. Het wordt niet openlijk gezegd, maar het gebeurde wel, en nu nog steeds: betere banen, beter betaald. Het is ook iets wat in andere landen, zoals India, speelt: hoe lichter hoe meer aanzien.’
Hoe was het om naar Nederland te komen?
‘In 1973 vloog ik naar Nederland met een DC8 met vier straalmotoren. Voor vertrek had een sportambtenaar ons voorbereid op hoe het hier in Nederland zou zijn. Hij zei bijvoorbeeld ‘regen of geen regen, alles gaat door’, en ‘als je op bezoek gaat krijg je eerst een kopje koffie, en alles is op tijd’.’ Als je van Curaçao komt dan let je niet zo op de tijd. Ik werd opgevangen door andere Curaçaoënaars die al in Nederland waren. Ik ben goed terechtgekomen, en mensen hielpen me waar ik wel en niet moest zijn.
Als we vroeger naar België of Duitsland gingen, dan moest je altijd je paspoort laten zien. En dan zeiden ze: je paspoort klopt niet, er staat dat je uit Nederland komt. Waarop ik antwoordde: weet je dan niet dat er mensen van kleur Nederlander zijn? Ik werd ook een keer bij het Catharinaziekenhuis door de politie aangehouden die vroeg om mijn paspoort. Toen ik hetzelfde zei tegen de agent, maakte hij zijn excuses.
De blanke Nederlanders die werden uitgezonden naar Curaçao, hadden daar de beste banen. Het was raar om in Nederland te merken dat ze hier ook andere banen hadden. Ze werkten ook wel met hun handen, zoals metselaars, timmerlui en chauffeurs. Dat was heel vreemd voor ons.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.