‘Het was aardedonker’


Oualid, Nass’r en Necmiije vertellen het verhaal van Judocus (Juup) Bakker, 2 jaar toen de oorlog begon
Sloterpolder E 325 MAmsterdam Nieuw-West

Wij, Oualid, Nass’r en Necmiije interviewden Juup in Aalsmeer vlak bij een heel grote watertoren. Juup woonde tijdens de oorlog met zijn ouders, 2 broers en 2 zusjes op Sloterpolder E 325 M. Na de oorlog zijn er nog 3 kinderen geboren. Er waren toen geen straten, dus je kreeg een nummer. We vonden het knap van hem dat hij zich alles zo goed kon herinneren. 

 

Hoe was het leven op een kwekerij in de oorlog? 
“Mijn vader verbouwde tijdens de oorlog seizoensgroenten. Kool en wortels in de winter en sla en andijvie in de zomer. Tegen het eind van de oorlog ging ik naar de Petrus Canisiusschool, een strenge jongensschool. Dat was bijna 3 kwartier lopen. Het was er altijd heel stil. Huiswerk kregen we niet. Na schooltijd deden we klusjes en speelden buiten. 
Waar wij woonden was overal om ons heen water. Moeder en vader waren wel bang met al dat water, want wij konden niet zwemmen. En er waren bij ons geen lantarenpalen. We hadden geen gas, geen waterleiding. Uiteindelijk hadden we ook geen elektriciteit meer. Water haalden we uit de regenput. Zo’n put was heel diep dus het water was altijd koel. De vissen die er in zwommen, zeelten, zuiverden het water. In droge zomers haalden we water bij de waterpomp aan de Woestduinstraat.”

Hoe voelde u zich in de oorlog? 
“Het leven in de oorlog was naar. Ik ben wel eens huilend wakker geworden als ’s nachts de vele Engelse vliegtuigen dreunend over kwamen vliegen. En het was aardedonker bij ons dus je zag ze niet maar je hoorde ze wel en daar werd ik bang van. De Amerikaanse vliegtuigen zag je, want zij vlogen overdag. Toen we in september 1944 naar huis liepen via de Osdorperweg, zagen we Duitsers die zich hadden ingegraven in putten langs de weg om te schuilen. Die waren helemaal in paniek. Ze waren blijkbaar bang dat er Amerikanen zouden gaan schieten, maar er kwam niemand.” 

Hadden jullie tijdens de oorlog genoeg eten?
“Gelukkig wel, groenten en vlees, want er werd stiekem geslacht. Tussen vrienden en familie werd er dan geruild. Dat werd ’s nachts gedaan, in het donker. De stadsmensen kwamen dan bij ons groente halen. 
Ik weet nog goed hoe blij iedereen was toen de Amerikanen voedsel uit hun vliegtuigen gooiden. Veel viel bij de Sloterweg. Bij ons viel er ook wel eens wat, in de sloot. Dat moest naar een verzamelpunt gebracht worden. Mijn vader heeft wel eens wat achter gehouden. Ik proef nog de hele lekkere chocola die er bij zat.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892