‘Het engste was dat je de bommen hoorde gieren als ze uit de lucht kwamen vallen’


Jupiter (11), Monibe (12),/nAphrodite (13) vertellen het verhaal van Rina Deelstra
 9 jaar toen de oorlog begon
Kometensingel 57

Wij zijn Jupiter, Monibe en Aphrodite, en zodra we het appartement van Rina Deelstra in het Twiskehuis binnenstappen herinnert ze zich hoe blij zij vroeger was als ze even weg kon van school. “We waren zelfs blij dat we geen school meer hadden in de oorlog toen al onze meesters het leger in moesten”, vertelt ze ons. “Juichend liepen we naar huis! Maar we kwamen er later nog wel achter dat in de oorlog eigenlijk niets leuk is.”

Had u altijd genoeg te eten in de oorlog?
“Mijn vader was al voor de oorlog invalide geraakt, en daarom was het voor ons gezin heel moeilijk om aan eten te komen in de oorlog. We kregen steun van de gemeente, een soort uitkering, maar hadden nog steeds bijna geen geld. Bovendien was ook het eten schaars. Omdat mijn broers en ik christelijk opgevoed zijn, konden we wel eens onze benen onder tafel schuiven bij andere christenen. We gingen dan luidkeels op de stoep bidden totdat we met iemand mee naar huis mochten. Een keer kregen we daar versgebakken brood! Dat was toen echt het lekkerste dat ik in tijden gegeten had.”

Heeft u wel eens een bombardement meegemaakt?
“Nou en of! Dan werden we uit bed gehaald door mijn ouders en kropen we in een hoekje van het huis dicht bij elkaar. Het engste was dat je de bommen hoorde gieren als ze uit de lucht kwamen vallen en elke keer dacht je: ‘Hij valt op ons huis. Ik hoor het!’ Als ik daar nu aan denk krijg ik nog steeds kippenvel. Er is een keer een bom gevallen op het Planetenplein vlakbij ons huis. Dat is de hardste klap die ik ooit gehoord heb.”

Heeft u wel eens mensen weggevoerd zien worden?
“Tijdens razzia's wel, maar geen Joodse mensen hoor. Ik had vroeger een Joods vriendinnetje, Carla Gobitz, die heb ik eigenlijk nooit meer gezien. Ik heb geen idee wat er met haar gebeurd is. 

Onze buurman was een dienstweigeraar: hij wilde niet in Duitsland gaan werken. Dus hielp hij ons in de tuin met het kappen van bomen zodat we hout hadden om te stoken. Ik stond altijd op de uitkijk, en als er een Duitser aankwam blies ik heel hard op een fluitje zodat de buurman zich snel kon verstoppen. Een keer kwamen Duitse soldaten bij ons controleren of er onderduikers waren, en toen verstopte de buurman zich snel onder een stapel brandhout. Ik kon die stapel brandhout gewoon zien ademen. Als de soldaten toen goed hadden opgelet of een keer in die stapel hadden gepord hadden ze hem zeker gevonden, maar dat gebeurde gelukkig niet.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892