‘Grote mensen konden behoorlijk mesjokke doen’
TJ, Julia, Kid vertellen het verhaal van Tine van Wijk
DuivendrechtsekadeAmsterdam-ZuidDe Rivierenbuurt
Tine van Wijk woonde vroeger aan de Duivendrechtsekade in Amsterdam-Oost. Dat was toen echt randje Amsterdam. Haar ouders hadden er, samen met haar opa, een bouwbedrijf. Aan TJ, Julia en Kid van de Dongeschool in de Amsterdamse Rivierenbuurt vertelt ze via Skype, het is coronatijd dus helaas geen persoonlijke ontmoeting, over haar herinneringen aan de oorlog. Op de vraag hoe haar leven was vóór de oorlog, antwoordt ze: ‘Ik was een heel klein peutertje. Mijn leven was echt een paradijs want ik was het eerste kleinkind van mijn opa en oma en ze waren dol op mij!’
Hadden jullie honger in de oorlog?
‘Tja, ik moet eerlijk zeggen dat wij geen honger hadden. Mijn vader had een bedrijf en daarmee ook geld. Als je geld had, kon je op de zwarte markt eten kopen. Bovendien hadden we boerenfamilie in de polder en in Noord-Brabant, dus wij kregen wel wat van hen. En wij woonden dichtbij Duivendrecht, waar ook boeren zaten. Ik had een vriendinnetje, Elsie, die het thuis niet breed had. Ze waren met vijf kinderen. Elsie werd in de oorlog erg ziek: ze kreeg difterie, bronchitus en pleuritus. Omdat wij wilden helpen, mocht ik haar iedere dag een bordje eten brengen. Iedereen van ons gezin deed wat van zijn eigen bord op het bord voor Elsie. En als ik bij haar thuis kwam, vochten haar broers en zussen erom wie het eten naar Elsie mocht brengen. Want die kon onderweg snel zelf een hap nemen. Gelukkig werd Elsie weer beter en heeft ze de oorlog overleefd.’
Op welke school zat u tijdens de oorlog?
‘Het was een christelijke school met de bijbel in Duivendrecht. Mijn moeder noemde dat ‘het boerenschooltje’. Maar ja, mijn moeder was in de Jordaan geboren dus die vond alles nogal boers. Bij mij thuis deden we niet zoveel aan het geloof, maar op die school wel. Ik was daar ongelooflijk blij mee want ineens was er een God die oplette en voor ons zorgde. Een hele geruststelling. Want ik vond dat grote mensen behoorlijk mesjokke konden doen. Thuis moest iedereen altijd even op zijn eten wachten omdat ik eerst wilde bidden. En ‘s avonds voor het slapen gaan nam ik even de lopende zaken met God door. Het heeft mij in de oorlog steun en houvast gegeven.’
Wat is uw leukste herinnering tijdens de oorlog?
‘Mijn allerleukste herinneringen waren de bijzondere avonden. Op een gegeven moment was er geen elektriciteit meer en ook geen kolen meer, dus iedereen zat in de kou en in het donker. Omdat wij een bedrijf hadden met veel hout en olie, hadden wij wel warmte en licht. Daarom kwamen alle buren in de avond stiekem naar ons. Ze moesten wel zorgen dat niemand hen zag want na spertijd mocht je van de Duitsers niet meer de deur uit. Als we dan allemaal bij het licht bij elkaar zaten, ging mijn opa vertellen. Hij was een fantastische verteller en vertelde over de Baron von Münchhausen, over Tijl Uilenspiegel… dat was ongelooflijk spannend!’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.