‘Geen halfbloedje, maar dubbelbloed’


Eline, Karmijn, Sascha, Feline vertellen het verhaal van Elli van der Voort
Deventer

Op school wordt veel verteld over de koloniale geschiedenis. Toch is het extra bijzonder om te leren van iemand die het heeft meegemaakt. Eline, Karmijn, Sascha en Feline van het Corberic hebben een mooi gesprek over de ervaringen van Elli van der Voort (1954). Door foto’s, kunst en verhalen krijgen zij een goed beeld van het verleden. Mevrouw van der Voort  vertelt dat ze ‘dubbel bloed’ heeft,  vindt dat fijner dan zich een  ‘halfbloedje te noemen’.

Was het moeilijk om u aan te passen nadat u in Nederland kwam?
‘De ontvangst was heel koud. Ik was vier en ik ging naar de kleuterschool. Wij spraken al Nederlands, dus voor mij was het niet zo’n grote overgang. Ik was de enige met een kleurtje, dus ik kon nooit iets stouts doen. Dat vond ik wel jammer. Wij hadden niet meteen een huis, wij kwamen terecht in een pension: Borgelehof. Indische Nederlanders werden allemaal opgevangen in pensions. In Indonesië hadden we een supergroot huis en bedienden. Dan kom je hier, met een gezin van vijf, in een pension terecht. We hadden een kamer, nog een klein kamertje, met een kleine keuken. Mijn broer had het daar moeilijk mee. In Nederland voelde hij zich opgesloten, in Indonesië was er veel meer ruimte. Ook op school vond hij het vreselijk. Je zat de hele dag  in een lokaal met kleren en schoenen aan.’

Wat is de belangrijkste reden dat jullie naar Nederland zijn gekomen?
‘We moesten weg, anders werden we daar gedood. Wij zijn Nederlanders, we zijn altijd Nederlanders geweest. Na de onafhankelijkheid van Indonesië, kwam er een hele nationalistische partij aan de macht en werden de Nederlanders als de onderdrukkers gezien. Wij waren daar dus ook niet meer welkom. Je kon kiezen tussen het Nederlandse of Indonesische burgerschap. Indonesië was het land van mijn vader, zijn leven.  Toch heeft hij voor Nederland gekozen, om een toekomst voor ons te kunnen bouwen.’

Was de reis naar Nederland voor u en uw familie moeilijk?
‘Wij zijn hiernaartoe gekomen met de boot. Er was Italiaanse bemanning aan boord. Een hele lange reis van drie maanden. Mijn hele familie was doodziek, behalve ik. Indische mensen tonen nauwelijks emoties, maar ik weet zeker dat mijn familie het erg moeilijk heeft gehad. Het was ook lastig om te beslissen wat je mee moest nemen en wat niet nodig was. Mijn zus heeft een houten kistje en een etui meegenomen en mijn broer een vaas die mijn vader had gemaakt.’

Wat is uw minst leuke herinnering na uw komst in Nederland?
‘Je bent als een jong kind heel naïef, dat was toen ook mijn bescherming. De periode dat wij in het pension zaten, moet waarschijnlijk verschrikkelijk zijn geweest voor mijn ouders. Misschien heb ik dat gevoeld, maar leek het mee te vallen omdat ik vooral met de andere kinderen speelde. Dat besef is toch het minst leuke.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892