‘Familie stond al te zwaaien toen we bij IJmuiden aankwamen’
Leah, Rafan, Mina, Mick en Naud vertellen het verhaal van John Hoogwoud
SurinameAmsterdam-Oost
John Hoogwoud (1957) is geboren in Suriname. Over zijn jeugd en zijn komst naar Nederland vertelt hij aan Leah, Rafan, Mina, Mick en Naud van de Lidwinaschool in Amsterdam-Oost.
Hoe het was om in Suriname te wonen?
‘Ik heb daar een hele prettige jeugd gehad. Het was lekker om naar school te gaan, en ook om thuis te komen, te spelen. School begon daar al om 7 uur ‘s morgens. Je moest er wel vroeg op staan. Maar de zon gaat ook op om zes uur, dag en nacht zijn daar altijd even lang. En het hele jaar door is het gemiddeld 27 graden Celsius.
‘s Middags kon het even heel hard regenen, een tropisch regenbui, en daarna was het weer een beetje afgekoeld. Om 1 uur in de middag kwam je thuis en dan aten we vaak warm. Daarna gingen we rusten want het was zo warm dat je weinig kon. Veel oude mensen gaan dan op een schommelstoel zitten, even rustig aan doen. En wij gingen vaak zwemmen, of naar buiten, vissen, andere dingen doen, spelen. Ik had een onbezorgde jeugd.
Ik zat op een school waar ook flink wat Nederlandse docenten waren. De hele cultuur was gericht op Nederland. Op school leerden we Nederlands en leerden we ook over de Nederlandse geschiedenis. Er was weinig aandacht voor de Surinaamse geschiedenis en aardrijkskunde.’
Waarom ging u naar Nederland?
‘We gingen in 1972 naar Nederland omdat mijn jongste broertje Wim geopereerd moest worden. Toen besloot mijn vader: dan gaan we met het hele gezin. Daar had hij heel lang voor gespaard. De bedoeling was om na een jaar weer terug te gaan, maar het is niet gebeurd. Drie jaar nadat we in Nederland kwamen, werd Suriname onafhankelijk.
De reis naar Nederland over water was leuk. Eerst wilde ik helemaal niet, ik ben zelfs nog weggelopen. Ik was 14 jaar en had vriendjes en vriendinnetjes en moest plotseling weg.
We gingen met de ‘Oranje Nassau’, en het was de laatste keer dat deze boot vanuit Suriname naar Nederland voer. Hij deed er heel lang over, wel een maand, omdat hij veel havens aandeed. Maar het was niet zo’n heel groot schip zoals je die tegenwoordig hebt, dus toen het drie dagen lang stormde, ging hij flink op en neer. We zagen haaien zwemmen, en die sterrennacht… Als je zo op de oceaan zit en je kijkt naar boven, dan zie je echt al die sterren.’
Hoe was uw aankomst in Nederland?
‘Best wel spannend… We kwamen binnen over het Noordhollandsch Kanaal bij IJmuiden, bij het strand. Daar stond familie al te zwaaien. En vanuit daar gingen we naar Amsterdam. Ik zat in de grote auto van mijn oom en we reden over het Leidseplein. Ik zag neon reclame, dat maakte allemaal heel veel indruk, al die grote gebouwen. Je mocht toen nog met de auto over het Leidseplein rijden. Het was in augustus, dus ik moest ook heel snel naar school. Niet lang daarna begon de eerste sneeuw te vallen, dat was wel eventjes zeer indrukwekkend.’
Moest u erg wennen op school?
‘Ik was zo nieuwsgierig en zo onder de indruk van alles, dat ik er gewoon in meeging. Wat me wel opviel was dat ik het enige zwarte jongetje was op de middelbare school. En dat ik al meteen een paar niveaus lager werd geplaatst. Dat kwam ook omdat ik bijvoorbeeld geen Duits had gehad in Suriname
Ik ging naar een Mavo en toen moest ik het nog allemaal afmaken. Ik kwam heel makkelijk mee, ook qua taal en kennis was dat totaal geen punt. Ik voelde me niet anders. En ik had ook heel snel vriendjes en vriendinnetjes.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.