‘Er is nog nooit zo hard gebeden als daar in die kelder’


Otte, Pim, Melinda vertellen het verhaal van Lies Vogels-Staal
Tuinstraat, Eindhoven

Op het laatste moment werd besloten vanwege het rondwarende coronavirus het interview bij Lies Vogels toch niet bij haar thuis te houden. Otte, Pim en Melinda van basisschool De Hasselbraam in Eindhoven vinden dat wel een beetje jammer. ‘Dan is het net alsof we naar een filmpje kijken’. Algauw merken ze dat er ook online echt contact ontstaat. Alsof ze in haar  huiskamer aanwezig zijn, vertelt Lies over de oorlog. Ze was elf jaar toen die begon en groeide op in een gezin van zes in een kazerne in de Tuinstraat, tegenover de plek waar nu De Hasselbraam staat.

Hoe merkte u dat het oorlog was?
‘We hoorden de troepen binnenmarcheren. Mijn vader was brigadecommandant bij de marechaussee en moest weg. Richting Frankrijk om vluchtelingen op te vangen en ander werk te doen. Steeds voor de Duitsers uit. Zo is hij in Normandië overgestoken naar Engeland. Pas 4,5 jaar later zagen we hem terug. Mijn moeder was dus alleen met zes kinderen. En het was niet als nu dat je even kon bellen. Je mocht totaal geen contact hebben, want Engeland was ook een vijand van Duitsland. Heel sporadisch kwam er via het Rode Kruis een bericht. Het was een tijd van armoe. We kregen ‘s morgens twee sneetjes brood met een heel klein beetje boter. Daar moest je het dan mee doen. Jam was er niet, kaas was er niet. Alles was op de bon en je had maar heel weinig te besteden. Als de bonnen op waren, had je niets meer. Thee maakte je van tabletjes; dat noemden we bloemetjesthee. Het was niet lekker, maar als je niet veel anders hebt, ben je al blij dat je dat hebt. Als we boodschappen gingen doen, moest je heel lang in de rij staan en had je geluk als er nog iets was als je aan de beurt kwam.’

Had u hobby’s in de oorlog?
‘Je had niet veel mogelijkheid tot hobby’s. Er was geen luxe. Je kon hooguit een spelletje doen. Je mocht ‘s avonds ook niet naar buiten. Alles moest naar buiten toe donker zijn. Je had speciale verduisteringslampen en de ramen waren verduisterd. Zo werd het op straat pikdonker. We gingen wel naar school. Onze school, de mulo, was bezet door de Duitsers en we zaten verspreid over verschillende lokalen, op verschillende locaties. Ik heb nog wel mijn diploma gehaald.’

Wat vond u het ergste in de oorlog?
‘De bombardementen waren heel akelig. ’s Nachts kwamen Engelse vliegtuigen op weg naar Duitsland over. Dan werd er met afweergeschut op die vliegtuigen geschoten. Het afweergeschut stond bij de IJzeren Man. Dat is dus heel dichtbij en dat vond ik als kind heel akelig. En ook het bombardement na de oorlog was erg. Wij stonden buiten bij de Sperwerstraat. Ik heb toen bij mensen daar in de kelder gescholen. We zaten daar met z’n zevenen, geloof ik. Er is nog nooit zo hard gebeden als daar in die kelder. Nood leert bidden, hè.
Het was ook niet leuk dat we na mijn vaders vertrek uit ons huis moesten. Mijn moeder kon hier in het witte dorp een huis krijgen, maar de meeste huizen waren ingenomen door Duitsers en hun gezinnen. Daar wilde mijn moeder niet tussen wonen. De mensen die daar eerder al woonden, moesten bij elkaar in gaan wonen. Plaats maken voor de Duitsers dus. Ik kan me nog goed herinneren dat ze in de voortuin van wit en zwart grind een hakenkruis hadden gemaakt.’

Hoe was de Bevrijding?

‘Geweldig. Dat is iets, dat is zo eenmalig dat je dat meemaakt. Ik heb toen heel veel handtekeningen van soldaten verzameld. Vijfenveertig later heb ik twee Amerikanen die hier toentertijd in Son waren geland, dus Eindhoven hebben bevrijd, ontmoet. Ze nodigden me uit voor een reünie van de paratroepers. Daar waren drie mensen aanwezig waarvan ik in 1944 een handtekening had gekregen. Dat was natuurlijk wel heel mooi na al die jaren. Ik heb daar ook acteur Tom Hanks en regisseur Steven Spielberg ontmoet. Het boekje met handtekeningen is me heel dierbaar.
We hopen dat zoiets als die oorlog nooit meer gebeurt. Maar mensen leren het nooit. Er is nog overal in de wereld oorlog en haat en nijd. Dat is het lelijkste dat er is.’

       

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892