“Een vriend van mij gaf me een hele mooie pijl en boog mee toen ik naar Nederland ging met de woorden: “die zul je daar wel hard nodig hebben!” Ik had echt geen idee waar ik terecht zou komen!”


Lyn, Kai en Evy vertellen het verhaal van Huib Abel

We komen binnen in een warm en prachtig huis ingericht met allerlei mooie spullen uit Indonesië en Papoe New Guinea. We worden ontzettend hartelijk ontvangen door Huib en zijn vrouw en zijn zoon met vriendin die over is uit Balie. De kinderen voelen zich meteen op hun gemak en vinden het heerlijk bij Huib. Hij kan ook prachtig vertellen!

Waren jullie arm of rijk?

Wij waren arm als je kijkt naar geld maar heel rijk als je kijkt naar andere dingen.

Wat herinnert u zich van Indonesië?

Ik had een baboe die me dagelijks naar school bracht. Op een keer, ik was 4 jaar, was ze er niet en ben ik alleen naar huis gelopen. Achteraf bleek dat heel gevaarlijk omdat kinderen vaak ontvoerd werden en als lokaas werden gebruikt en ruilmiddel. Ik kwam toen gelukkig iemand tegen die ik kende op een bedja, soort bakfiets, die heb ik geroepen en hij heeft me toen naar huis gebracht omdat hij wist waar ik woonde.

Is er familie van u overleden in de oorlog?

Ik herinner me mijn nichtje Maudi. Zij ging boodschappen doen voor haar moeder en toen ze thuiskwam was haar hele familie uitgemoord. Haar vader moeder, broers, zusters. Ze is toen zo geschrokken dat ze in 2 dagen kaal werd.

Jouw familie heeft in een Jappenkamp gezeten, hoe was dat?

Mijn vader heeft heel lang uit de kampen kunnen blijven. Hij kleedde zich in een sarong en overviel pakhuizen voor rijst om aan mensen te geven die honger hadden. Maar op een gegeven moment is hij verraden en opgepakt.

In het Jappenkamp was er geen melk en hadden veel kinderen last van hongeroedeem., dan heb je een hele dikke buik omdat je geen eten hebt

Het leven was heel heftig in het Jappenkamp. Mijn vader werd gemarteld en zijn rug werd stuk geslagen.

Wanneer ging u naar Papoea New Guinea?

Toen ik 4 jaar was vluchtten we naar Papoea New Guinea. Ik reed op mijn driewielertje en mijn vader met een geweer in zijn handen zei:’ nu is het tijd om te vertrekken!’ Hij pakte mij met het driewielertje en al op en zette me in een vrachtwagen met matrassen aan de zijkanten. We moesten onder de matrassen gaan zitten omdat de matrassen de kogels tegenhielden.

Hoe zag uw huis in Papoea New Guinea eruit?

Wij hadden het huis zelf gebouwd van oude tractorkistjes, palen van omgezaagde bomen en palmbladeren gebruikten we voor het dak. Het huis was heel groot, 6 meter breed en 18 meter lang. Mijn ouders hielden veel van dansen dus ze hadden een hele grote woonkamer gemaakt. We hadden een oude grammofoon en dansten de tango en de Engelse wals. We konden dus heerlijk hollen door het huis.

We woonden 80 meter van het strand en niet zo ver van de bewoonde wereld.

U heeft veel wapens aan de muur hangen; waar werden die voor gebruikt?

Ik heb een zwaard/mes dat ik altijd bij me had. Wanneer je in Papoea door de bossen liep kon er een wurgslang op je hoofd vallen. Dus ik was altijd alert; als dat gebeurde hield ik mijn mes omhoog en kronkelde de slang om dat mes en doodde ik de slang.

Ook hadden we speren om vissen te vangen en een pijl en boog om dieren te doden.

De kris is een heilig wapen, dat mag alleen worden doorgegeven aan iemand persoonlijk met de belofte dat je er met een goede energie mee omgaat. Wanneer de kris uit zichzelf een stukje uit de schede komt. Betekent dit dat er iets vreselijks gaat gebeuren.

Waaiers met mesjes werden gebruikt om mensen af te schrikken als je werd aangevallen. Je moet je dus voorstellen dat aan deze waaier allemaal mesjes zitten! Dat ging zo! (zal vragen of Huib zo n waaier mee neemt naar de eindontmoeting zodat ze het kunnen demonstreren.)

Ging u daar ook naar school?

Er was een missieschool waar ik naar toe ging die was opgericht door missionarissen. Om daar te komen gingen we met een pontje en daarna moesten we nog 5 km lopen naar de school. We liepen op blote voeten over het hete asfalt, smorgens was het al 32 graden en smiddags als we terugliepen 45 graden. We begonnen daarom ook heel vroeg, al om 08.00 uur.  Als we teruggingen met het pontje gingen we heerlijk zwemmen!

Er was een prachtig koraalrif voor de kust waar prachtige visjes zwommen, ik zwom iedere dag onder water om dit te bewonderen, dat was zo mooi! Zwemmen had ik geleerd van de hond dus ik zwom op zijn hondjes….

Ook had ik heel veel eelt onder mijn voeten en mijn vader haalde 1x per week de steentjes eruit.

Deed u ook andere activiteiten?

Ik voetbalde ook heel graag. Op een keer hielp ik mee met een varken roosteren en vroeg de meneer wat ik graag wilde hebben; voetbalschoenen zei ik. Mijn moeder vond dat niet kunnen en was boos. Voetbalschoenen moesten uit het buitenland komen en waren heel duur! Maar de meneer gaf ze me toch! Mijn vriendje was de linkerkant met voetballen en ik de rechterkant dus hij kreeg de linkerschoen en ik de rechter. Zo hebben we vaak wedstrijden gewonnen!

Hoe was het om in Nederland te komen en te wonen?

Heel erg beroerd. Ik had geen idee waar ik terecht kwam. Een vriend van mij gaf me een hele mooie pijl en boog mee met de woorden: “die zul je daar wel hard nodig hebben!” Ik had echt geen idee hoe Nederland er uit zag!

Toen ik aankwam stond ik daar alleen in een kort broekje, wat was het koud!

Ik vond het ook heel moeilijk. Mensen zagen me als een ander ras omdat ik er anders uit zag. En ik sprak Nederlands maar met een klemtoon. Ik werd ook regelmatig gediscrimineerd. Als ik naar de bioskoop ging en ik bijna aan de beurt was voor een kaartje gingen grote jongens voor me staan:” wat moet je blauwe ga achteraan sluiten! Dan begonnen we te vechten maar die jongens wisten niets van de Indonesische vechtkunst dus ze waren zo geveld!

Ook tijdens mijn werk heb ik meegemaakt dat een collega niet wilde dat ik meereed, hij zei:’ in principe neem ik geen kleurlingen mee’ Dan kun je wel boos worden maar dat moet je dus niet doen.

Als je gewoon vriendelijk blijft en vrolijk doet los je vaak al veel op.

**

Kinderen gaven na het interview aan dat ze graag willen vertellen over:

  • Hoe het was in het jappenkamp en wat er gebeurde met Maudi, zijn nichtje.
  • Leven in Papoea New Guinea / Wapens en gebruik
  • Hoe het was om in Nederland te komen

Het verslagje is ook naar de docent gestuurd met de vraag of de kinderen ernaar willen kijken en nog een keer willen kijken naar wat ze graag willen vertellen.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892