‘Een Nederlandse vlag op de gefusilleerden ’


Marouan (11), Mees (11), Mick (11) en Murilo (11) vertellen het verhaal van Marinus de Bruijn 14 jaar toen de oorlog begon
Maasstraat 178-IIDe Rivierenbuurt

Wij hebben Marinus de Bruijn geïnterviewd in zijn woning in Amstelveen. Hij had voor ons een biertje (Radler 0.0%) klaarstaan en bakjes met lekkers en dat vonden we heel grappig. Meneer de Bruijn heeft heel veel meegemaakt en kon heel goed vertellen. Soms raakte hij geëmotioneerd en dat konden we ons goed voorstellen want hij vertelde erg verdrietige dingen. In zijn woning had hij een kamertje met allemaal foto’s en spullen uit de oorlog. Zijn kleinkinderen noemen het Opa’s museum.

Met wie woonde u tijdens de oorlog?
‘Ik woonde met mijn vader, moeder en oma. Op een winterdag kwam mijn vader thuis met een Joods kindje op zijn arm. Rebecci heette ze. Mijn moeder was heel verbaasd. Mijn vader zei dat hij het kindje van haar moeder meekregen had omdat het de lange treinreis naar een werkkamp vast niet zou overleven. Na een paar dagen kwam haar moeder haar toch ophalen. Mijn moeder vroeg of ze het echt zeker wist en gaf nog een warm dekentje mee met twee rode strepen. Ze zijn nooit meer teruggekomen, ze zijn allebei vermoord.’

Moest u ook naar Duitsland moest om te werken.
‘Omdat alle Duitse mannen aan het oorlog voeren waren, moesten Nederlandse jongens en mannen naar Duitsland om er te werken in fabrieken en op het land. Ik was daarom ondergedoken op onze zolder onder de punt van het dak. We kwamen er door een geheim luik dat mijn vader gemaakt had. Ik zat daar met twee buurmannen dagen en weken in de kou. Uit verveling besloot ik door de poortjes via de balken naar de aangrenzende woningen te gaan. Zo kon ik een heel rondje maken: van de Maasstraat via de Kennedylaan en de Uiterwaardenstraat weer terug. Onderweg hoorde ik mannen praten. Zij waren ook ondergedoken en waren zich helemaal rot geschrokken van mij en dachten dat ze door de Duitsers ontdekt waren. Ik was de schrik van hun leven!’

Heeft u familie of vrienden verloren in de oorlog?
‘Mijn vriend Henk Verwoerd zat in de gevangenis bij het Weteringcircuit omdat hij had geknoeid met zijn persoonsbewijs. Hij had van een 6 een 8 gemaakt zodat hij niet in 1926 maar in 1928 geboren was en dus op papier twee jaar jonger was. Er was een groep Verzet 2000 die werkte vanuit een woning aan de Stadhouderskade. Op een dag was het mis, ze waren verraden en bij aankomst werden ze opgewacht door een Duitser bovenaan de trap. Ze schoten de Duitser dood en hij viel zo naar beneden. Als represaille werden 30 mannen uit de gevangenis bij het Weteringcircuit op een rij gezet en gefusilleerd. Mijn vriend Henk en zijn vader zaten daar ook bij. Ik fietste er kort nadat het gebeurde langs, en ik heb daar Henk en zijn vader zien liggen hand in hand. Iemand was nog zo moedig geweest om een Nederlandse vlag op de mannen te leggen. Het was een afschuwelijke dag die ik nooit vergeet.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892