‘Een half uur nadat ik uit het huis was gehaald, werd het gebombardeerd’


Yutong, Leilani, Quinn en Joshua vertellen het verhaal van Rene Stokbroeckx
Weert

Yutong, Leilani, Quinn en Joshua hebben hun beste gedaan om een gezellige huiskamer op school te maken, de Kameleon in Weert. Vandaag ontvangen ze iemand heel bijzonders: Rene Stokbroeckx. Terwijl Yutong foto’s maakt, vertelt meneer Stokbroeckx zijn verhaal. Hij is aan het einde van de oorlog geboren en woonde met zijn familie in Stevensweert, een dorp aan de Maas. Zijn vader werkte bij de mijn in de fietsenloods en had thuis een kleine fietsenwinkel. Zijn moeder Anna zorgde voor zes kinderen en verbouwde aardappelen, groenten en fruit in de tuin. Achter het huis hielden ze een varken, Theike, dat ze stiekem moesten verstoppen omdat de Duitsers alles opeisten.

Waarom moest uw familie evacueren?
‘In oktober 1944 kwam het bevel om te evacueren. Mijn moeder was toen zes maanden zwanger van mij. We gingen te voet met een handkar en kinderwagen naar Echt, zoveel mogelijk geladen met dekens en eten. In Echt vonden we tijdelijk onderdak onder de bühne van een bioscoop, waar mijn oma naast woonde. Maar het front kwam dichterbij, dus we moesten weer verder trekken. Uiteindelijk konden we bij een bevriende fietsenwinkel in Montfort in de kelder wonen. Daar sliepen we op de planken van de voorraadrekken, met te weinig eten. Mijn vader en oudste zus Cor probeerden nog eten uit Stevensweert te halen, maar zelfs dat lukte niet altijd helemaal.’

Hoe was het om te schuilen in de kelder?
‘Op 20 december 1944 werd ik geboren. Ik was een graatmagere baby van 60 cm. Mijn moeder had wat suikerzakjes bij zich om bij te komen. Omdat het in de kelder vochtig en koud was, stelde een buurvrouw een frisse kamer in haar bungalowtje beschikbaar, zodat ik daar kon slapen. Mijn moeder was heel gedisciplineerd: voeden en verschonen gebeurde op tijd, geen uitzondering.

Op 20 januari 1945 kwamen de buren naar de kelder omdat ik maar bleef huilen. Tegen haar gewoonte in nam mijn moeder me mee de kelder in, zodat de buren geen last hadden. Nog geen half uur nadat ik uit het huis was gehaald, werd het huis gebombardeerd. Het bombardement van de Engelsen trof Montfort omdat Duitse soldaten zich tussen de geëvacueerden hadden verstopt. Als ik toen in dat huisje had gelegen, was ik er waarschijnlijk niet meer geweest…’

Wanneer kon uw gezin weer terug naar huis?
‘Niet veel later werd Montfort bevrijd. Mijn moeder ging met mij en mijn zusje naar haar broer, een kapelaan in Hoensbroek. Daar kregen we eten en melk, want de kapelaan riep vanaf de preekstoel dat hij evacuees in huis had. Na een aantal weken konden we weer terug naar Stevensweert. Daar had mijn vader met de andere kinderen het huis weer een beetje ingericht.

Helaas hadden de Duitsers alle weckpotten opengetrokken, waardoor het ingemaakte eten beschimmeld was. Maar gelukkig waren we allemaal gezond en leefden we nog. Een buurvrouw zei toen: ‘Waat hubs doe ein mager menke, het liek waal ein afgetrokke knien’. Het laat zien hoe mijn ouders altijd eerst aan ons, de kinderen, dachten. Ondanks alles zorgden ze dat we overleefden en veilig waren.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892