‘Een eigenwijze piloot had toch bommen laten vallen’
Muzamel, Jalil, Caylin en Zumra vertellen het verhaal van John Geelof
Tuindorp OostzaanAmsterdam-Noord
John Geelof geeft in zijn huis in Nieuwendam eerst een hele presentatie over de geschiedenis van Amsterdam-Noord. Hij is een fantastische verteller. Muzamel, Jalil, Caylin en Zumra van De Vier Windstreken in Noord luisteren aandachtig. Meneer Geelof kan niet voor niks zo goed vertellen: hij was vroeger onderwijzer.
Ging u naar school?
‘Ik ging naar een bewaarschool, net als de kleuterschool was dat groep 1. Sommige kinderen gingen niet naar school tot ze 6 waren. Ik ging wel, tot het heel koud werd en de lessen werden gestopt omdat er geen kolen meer waren. In die winter was – 15 graden heel normaal…’
Heeft u een bombardement meegemaakt?
‘Een paar keer, ja. De derde aanval was het ergste. In 1943 gingen de Amerikanen meedoen. In de zomer van ’43 gingen ze met grote vliegtuigen met wel vier motoren en bewapening naar Amsterdam-Noord om de Fokkerfabriek bij de Distelweg te bombarderen. Die was in Duitse handen. De piloten waren niet gewend om te vliegen in oorlogstijd, dat was toch wel hele andere koek. Een eigenwijze piloot had ondanks waarschuwingen toch bommen laten vallen. Niet op de fabriek, maar op andere plekken in Noord. Veel huizen waren kapot en ook de Ritakerk lag in puin.
‘Die dag zat ik bij de kapper. Alle kinderen moesten onder de trap gaan zitten. Omdat ik lang was, moest ik bij de mannen schuilen. De kapper had een helm op en ging kijken of hij kon helpen. Ik zag rookpluimen en hoorde het kabaal… Ik dacht echt: dit overleven we niet.
‘Op een dag kwamen er mensen ons huis binnen met een matras over de schouders. Vier kinderen hadden ze bij zich en die zeiden: we komen bij jullie slapen want ons huis is helemaal vernield. Zo hadden we een huis vol mensen.’
Heeft u een Duitser ontmoet?
‘Ja, ik heb eens een razzia meegemaakt. Ze pakten mannen tussen de 18 en 40 jaar op om die in Duitsland te laten werken. Zo kwamen er ook Duitsers bij ons aan de deur. Een van hen vroeg aan mijn moeder waar mijn vader was. Die is niet thuis, zei ze, hij is schoolmeester. Die man zei: ik ben ook schoolmeester en ik heb mijn vrouw en kinderen al 1,5 jaar lang niet gezien. Hij was een hele aardige man. In het dorp zijn die dag wel 150 mannen opgepakt en net toen ze de brug over gingen, kwam mijn vader aan de andere kant aan fietsen. Hij had mazzel, want 151 mannen… dat was te veel. Ze namen hem dus niet mee.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.