‘Een buurman zat bij de NSB en liet zijn kinderen door hun tuin marcheren’


Filippa, Valerie, Fenne en Floortje vertellen het verhaal van Joke Hanique
Frans Halsstraat, Eindhoven

Een tikje zenuwachtig lopen Filippa, Valerie, Fenne en Floortje van hun school, de Hasselbraam in Eindhoven, naar verzorgingstehuis Wilgenhof. Daar woont de 89-jarige Joke Hanique die ze gaan interviewen over haar oorlogstijd. Als mevrouw Hanique opendoet, zijn de zenuwen meteen verdwenen. ‘Kom verder, meiden’, zegt ze, ‘ga lekker zitten. Wat willen jullie drinken?’ Na een drankje en een slagroomsoes stellen ze hun eerste vragen

Gingen jullie tijdens de oorlog naar de bioscoop?
‘Voordat ik de vraag zal beantwoorden, wil ik toch even benadrukken dat jullie kinderen vandaag de dag in grote rijkdom leven. Ik bedoel niet materiële rijkdom, maar vooral de vrijheid dat je kan buitenspelen wanneer je maar wilt, en dat er bijvoorbeeld geen honger is.

Tijdens de oorlog waren er helaas geen bioscopen. Geld werd besteed aan de echt noodzakelijke dingen, zoals eten. Ik herinner me wel dat we vlak na de oorlog naar een kleine bioscoop aan de Hertogstraat mochten, maar ik weet niet meer welke film er gedraaid werd. Wat ik me herinner is dat het luchtalarm ging tijdens de film en dat ik en mijn zus hebben gerend naar ons ouderlijk huis aan de Frans Halsstraat. Er vielen ook echt bommen. We zagen dat een meisje ernstig gewond raakte aan haar gezicht.’

Hadden jullie onderduikers in de oorlog?
‘Nee, we hadden geen onderduikers tijdens de oorlog. We hebben na de oorlog wel Engelse soldaten in huis gehad. Die werden bij ons gestationeerd, ze waren erg begaan met het gezin.

Tijdens de oorlog was er niet veel voor handen. Ik herinner me nog goed dat we in de avond vanaf de Frans Halsstraat naar de Fuutlaan liepen. Daar lagen de spoorlijnen, waar onder andere goederentreinen stonden met steenkool. Mijn zus en ik gingen dan als het donker werd met zakken naar die treinen om kooltjes te gaan stelen. De zakken zetten we in een gangetje om ze later met een karretje op te gaan halen. De kooltjes gebruikten we voor de kachel of om op te koken.

We hebben dit best een aantal keer gedaan, totdat een van de bewakers een meisje uit de buurt had betrapt toen ze over het hek was geklommen. De soldaat had een riek naar het meisje gegooid en deze was tot ieders schrik in haar hand beland. Daarna deden we het maar niet meer.’

Schrok u toen u voor het eerst het luchtalarm hoorde?
‘Toen we voor het eerst een luchtalarm hoorden, wisten wij niet echt wat er aan de hand was. Maar mijn ouders wisten dat natuurlijk wel. Om ervoor te zorgen dat de kinderen niet bang zouden worden, waren mijn ouders heel erg rustig en lieten ze niet zien dat ze zelf toch wel een beetje bang waren. Wij hadden geen schuilkelder in huis of in de buurt en we hadden dan ook afgesproken dat we allemaal bij de stevige draagmuur van de keuken zouden staan tot het gevaar geweken was.

Tijdens het luchtalarm had mijn vader altijd de voordeur openstaan voor het geval er mensen over straat zouden lopen die snel een schuilplek moesten vinden. Onze overburen konden hun angst wat minder goed verbergen en zij kwamen vaak door die openstaande deur naar ons huis gerend en bleven dan regelmatig bij ons slapen op matrassen op de grond.’

Waar woonden jullie tijdens de oorlog?
‘We woonden in de Frans Halsstraat in Eindhoven. Er woonden ook vriendinnetjes in de straat waar we wel eens gingen spelen. Later hoorden we dat de vader van deze meisjes een NSB’er was. Hij was lid van de Nationaal Socialistische Partij die samenwerkte met de Duitsers. Zijn kinderen waar we mee speelden, konden hier natuurlijk niets aan doen, maar we moesten regelmatig eerder naar huis omdat de vader het nodig vond om zijn kinderen in de tuin te laten oefenen met marcheren.

In de oorlog hadden we een radio in huis, wat de verboden was. We moesten dan ook erg oppassen dat de NSB-buurman hier niet achter kwam want die liep regelmatig langs de voordeuren om te luisteren of er radio’s in huis waren. Tijdens de bevrijding is hij opgepakt. Ik weet ook nog dat ze op de Tongelresestraat vrouwen en meisjes die in de oorlog met Duitse soldaten een relatie hadden gehad, kaal hebben geschoren zodat iedereen kon zien dat ze samen waren geweest met de Duitsers. Dit vond ik niet leuk om te zien.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892