‘Driemaal zijn ze opgepakt door de Duitse politie’


Tahirah, Faris, Resham, Gabrielle en Joep vertellen het verhaal van Jurriaan en IJvon Meiresonne
AmsterdamAmsterdam-Zuidoost

Jurriaan en IJvon Meiresonne komen naar OBS Wereldwijs om in gesprek te gaan over de Tweede Wereldoorlog met Tahirah, Faris, Resham, Gabrielle en Joep. Na een kennismakingsronde haalt meneer Meiresonne hele bijzondere brieven van zijn oom tevoorschijn. Zelf is Jurriaan Meiresonne geboren in 1943. Zijn vrouw IJvon Meiresonne is van zeven jaar na de oorlog geboren, maar zit vol met oorlogsverhalen over haar vader. Hoewel het lang geleden is, emotioneerde het gesprek het echtpaar.

Meneer Meiersonne, wat heeft u voor spullen uit de oorlog meegenomen?
‘Mijn ouders hebben veel brieven bewaard uit die tijd. Daartussen vond ik brieven van mijn oom aan hen. Hij had op zijn achttiende een oproep gekregen om in Duitsland te gaan werken. Per trein ging hij met een paar collega’s naar Duitsland. Daar heeft hij bijna twee jaar, tot het einde van de oorlog, gewerkt. Ze werden niet echt gevangen gehouden. Ze sliepen in een soort pension en konden gaan en staan waar ze wilden. Ze ging ook wel eens uit. En ze verdienden gewoon geld. Maar ze moesten wel hard werken in een staalfabriek, onder andere kolen scheppen, totdat hun handen kapot waren.’

Hoe is hij weer thuisgekomen?
‘Toen de Amerikanen in maart, april 1945 naderden, moesten ze opeens weg. Ze werden op de trein gezet, maar na tien kilometer moesten ze eruit en verder lopen met hun zware bagage. Het regende keihard. Na twee dagen lopen, konden ze niet meer. Zo hebben ze twee dagen gelopen. Toen gingen ze zitten en wilden niet verder. Een auto heeft toen de bagage opgehaald en daarna hebben ze nog een week gelopen richting een stad waar ze in een kamp gestopt zouden worden. Maar die stad werd ontzettend gebombardeerd. Met vijf andere Nederlanders is mijn oom toen weggelopen. Overdag schuilden ze in de bossen en ‘s nachts sliepen ze stiekem in schuren. Ze hadden zelf geen eten, dus ze leefden van de goedheid van de mensen. Ze kookten zelf aardappels boven een vuurtje. Driemaal zijn ze gepakt door Duitse politie. Elke keer konden ze zichzelf eruit praten. En toen hoorden ze schoten. De Amerikanen waren er! Na vijf weken rondzwerven kregen ze schoenen en ondergoed. Dat kwam goed uit, want ze waren alle bagage kwijtgeraakt. De mannen gingen terug via Frankrijk, Luxemburg en België. Ze moesten eerst nog drie dagen wachten voor onderzoek. Toen konden de ouders van mijn oom hem eindelijk ophalen.’

Mevrouw Meiresonne, wat hebben uw ouders meegemaakt tijdens de oorlog?
‘Mijn vader zag er heel Joods uit. Al kon hij tig keer bewijzen dat hij was wie hij was, hij werd toch steeds opgepakt. Hij is ook tewerkgesteld. Niet in Duitsland, maar ergens in Nederland. Gelukkig waren er tijdens de oorlog ook hele goede Nederlanders die elkaar hielpen. Mijn vader had zich een keer gesneden tijdens dat werk en toen ging hij naar de dokter. De dokter zei toen dat hij suiker in de wond moest doen, zodat het ging infecteren en hij daardoor een lange tijd niet kon werken. Om de hoek bij mijn ouders was een melkboer die ook altijd hielp. Op een gegeven moment kon hij daardoor zelf niet meer de rekeningen betalen. Hij heeft toen uit wanhoop zijn polsen doorgesneden. Hij heeft het overleefd, maar de rekeningen waren nog steeds niet betaald. Dat kan de oorlog ook met mensen doen. Dat je zo goed bent voor anderen, dat je zelf geen uitweg meer ziet.’

Hadden uw ouders altijd genoeg te eten?
‘Mijn ouders woonden in Amsterdam. Daar was heel veel honger. Ze aten tulpenbollen. Er was verder niks. Mijn ouders waren voor de oorlog getrouwd. Als je ging trouwen, kreeg je allemaal spullen cadeau. Vaak gingen ze op de fiets op houten banden van Amsterdam naar Brabant om die spullen, bijvoorbeeld lakens en handdoeken, te ruilen voor eten. Op het platteland hadden de mensen het beter dan de mensen in de stad. In de stad hadden ze ook geen elektriciteit. Mijn vader had van blikken een stellage gemaakt voor in de woonkamer waar de fiets in kon. Als je dan trapte, had je een beetje licht.’

Hoe vinden jullie het dat er nu weer oorlog is na alles wat er is gebeurd?
Jurriaan: ‘Het is misdadig wat daar gebeurt. Dat één man bepaalt wat er gebeurt. Wat heb je nou aan zo’n land wat helemaal kapot gebombardeerd is en waar alle mensen zijn gevlucht?’
IJvon: ‘Als twee landen een probleem met elkaar hebben, praat het dan met elkaar uit.’
Jurriaan: ‘Rotterdam is in de oorlog gebombardeerd en al snel gaf Nederland zich over. De Oekraïners van nu vechten door, tot het bittere einde.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892