‘Drie NSB’ers kwamen binnen en riepen “Koffers pakken”!’
Erva, Selin, Esila, Redouar vertellen het verhaal van Virry de Vries Robles
Willem de Zwijgerlaan 97, amsterdamAmsterdam-West
Erva, Selin, Esila en Redouar van de Catamaran Landlustschool in Amsterdam kijken hun ogen uit als Virry de Vries Robles (1932) haar spullen neerlegt. Foto’s, een plattegrond van kamp Westerbork waar ze heeft gezeten, een Jodenster en een knijpkat heeft ze meegenomen. Het interview is één van de eerste in enkele maanden die weer op school wordt gehouden, in verband met de corona-omstandigheden.
Hoe werd u opgepakt in de oorlog?
‘Op een dag werd er op de deur geklopt. Mijn ouders waren zich boven aan het aankleden, dus ik deed de deur open. Er kwamen drie NSB’ers naar binnen en die riepen meteen tegen me: “koffers pakken!” Toen hebben we onze koffers gepakt, de politie zou ons komen ophalen. Omdat het lang duurde verveelden de NSB’ers zich, dus braken zij onze koffers open en pakten ze alles wat ze leuk vonden. Ik ben nog nooit zo boos geweest. Toen zijn we uit ons huis gehaald en iedereen uit de buurt kwam kijken, misschien wel drie of vier rijen dik. Daar moesten wij tussendoor. We zijn eerst naar de gevangenis gebracht in het centrum van Amsterdam, daar waar nu De Balie is. Twee weken later moesten we met de veewagen naar Westerbork. We werden in een houten barak geplaatst. Er was een kacheltje in het midden waar water op gekookt kon worden. Maar verder was er geen licht of wat dan ook. We hadden daar ook stapelbedden met drie etages. Ik had het bovenbed en dat was fijn, want dat was de enige plek waar je rechtop kon zitten. Maar ik vond het helemaal niks. Ik wilde gewoon naar huis.’
Zat Anne Frank toen ook in Westerbork?
‘Anne Frank is in 1944 opgepakt en in Westerbork terechtgekomen. Ik heb heel kort met haar samengewerkt in een werkbarak achterin het kamp. Daar moesten wij batterijen uit elkaar halen, want daar zat zilverpapier in. Dat zilverpapier werd gebruikt om de radioverbindingen te verstoren. Wij haalden dus samen die batterijen uit elkaar en daar kreeg je heel vieze handen van. Er zit ook kwik in batterijen en dat is giftig. Ik kan me niet meer veel van haar herinneren, want zij was een paar jaar ouder en dat maakte als kind veel uit.’
Konden de kinderen ook buitenspelen in het kamp?
‘Ja, ook als het niet zo leuk is, vermaak je je toch wel als kind. We deden ook wel stoute dingen, maar dan moest je niet opvallen. Als je te veel opviel en te stout was, werd je eerder op transport gezet. Dan ging je vanuit Westerbork naar een vernietigingskamp, ook al wisten wij dat niet. In januari 1944 werd mijn vader teruggeroepen om als arts te werken in Amsterdam. Wij bleven in het kamp. Dat vonden de nazi’s wel goed, want dan zou mijn vader geen gekke dingen doen. Ik heb hem tot de Bevrijding nog maar één keer gezien. Uiteindelijk was dat maar goed ook, want op een dag werd mijn familie op transport gezet. Maar omdat de officier liever een ‘complete’ familie op de trein wilde zetten, zijn wij er weer afgetrapt. Allemaal dankzij het feit dat mijn vader nog in Amsterdam werkte. We zouden een week later gaan, maar dat volgende transport is nooit gekomen, want toen was de oorlog afgelopen.’
Kunt u ons wat vertellen over de Bevrijding?
‘Rond het hele kamp was er prikkeldraad met wachttorentjes met bewakers. Die bewakers zorgden ervoor dat je niet kon ontsnappen, ze hadden allemaal een geweer. Op een dag kwamen we uit de barakken en merkten we dat alle bewakers weg waren. Ze waren uit het kamp gevlucht, omdat de Canadezen eraan kwamen. Ze hebben nog wel de tijd genomen om alle dieren dood te maken, in stukken te hakken en in de prullenbak te gooien. Alleen maar zodat wij ze niet konden gebruiken. Wij hebben de hele dag zonder bewaking gezeten, maar niemand durfde weg te rennen omdat er misschien een paar nazi’s verstopt zouden kunnen zitten. We hoorden op afstand gerommel en dat was het schieten van het gevecht. De dag erna zagen wij opeens een enorme stofwolk en toen is iedereen meteen gaan rennen. We zijn het kamp uit gerend, naar de stofwolk toe en daar kwamen we de Canadese tanks tegen. Zo ben ik dus bevrijd.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.