‘Door de Decembermoorden moest ik weg uit Suriname’


Koutar, Lakisha en Ashley vertellen het verhaal van Noraly Beyer
Curacao/Suriname

Koutar, Lakisha en Ashley van het ROC TOP in Amsterdam interviewen via Zoom oud-nieuwslezeres Noraly Beyer. Het gesprek gaat over haar jeugd op Curaçao, haar volwassen leven in Suriname en over de Decembermoorden die ze daar als journalist meemaakte. De studenten krijgen na afloop een wijze les mee: ‘Blijf altijd eerlijk tegenover jezelf’.

Hoe was uw jeugd op Curaçao?
‘Mijn ouders, beiden Surinaams, vertrokken in de jaren 40 van Suriname naar Curaçao. Ik ben daar geboren en getogen. We woonden in een rijtjeshuis in de stad, vlakbij zee. Ik vond de zee en het strand heerlijk. Ik verzamelde altijd schelpjes en nog altijd heb ik een schaal met schelpjes in mijn huis staan. Van mijn moeder mochten we eigenlijk niet naar het strand, maar dat deden we stiekem toch. Zij kon zelf niet zwemmen, dus ze was altijd bang dat wij zouden verdrinken. Soms stuurde ze me juist wel naar zee, omdat het zoute water goed was voor mijn eczeem. Af en toe kwam ik niet snel genoeg terug en dan werd ze boos. Mijn vader is helaas vroeg gestorven, maar ik heb veel fijne herinneringen aan hem uit mijn jeugd. Elke zondag nam hij ons kinderen mee in de auto en reden we over het eiland. Soms gingen we op bezoek bij familie of vrienden. We kregen altijd een waterijsje: een popsicle of palu friu, zoals we dat noemen op Curaçao. Toen ik elf of twaalf was, verhuisden we naar Nederland. Hier ben ik naar de middelbare school gegaan en heb ik de PABO gedaan.’

Waarom ging u later naar Suriname?
‘Ik wilde altijd al naar Suriname. Mijn ouders komen uit Suriname en ik hoorde altijd mooie verhalen over het land van hen. We kregen ook geregeld brieven van familieleden die daar nog woonden. Ik had het verlangen om naar een tropenland te verhuizen en ik wilde ruimte, vooral voor mijn kind. In Nederland woonden we in een flatje en ik zag mijn baby in een kleine ruimte van de ene muur naar de andere kruipen. Mijn man kon werk vinden in Suriname, dus toen zijn we gegaan. Ik dacht dat ik hier nooit meer terug zou komen en wilde dan ook graag de Surinaamse nationaliteit. Die heb ik ook gekregen. Ik heb daar als journalist voor de televisie, kranten en de radio gewerkt. Uiteindelijk zijn we na een jaar of dertien jaar weer naar Nederland gegaan.’

Waarom kwam u toch weer naar Nederland?
‘In 1980 werd in Suriname door militairen een staatsgreep gepleegd onder leiding van Desi Bouterse. Toen kwam er een dictatuur. Na twee jaar hebben ze een groep tegenstanders vermoord. Dit noemen we de Decembermoorden. De televisiezender waar ik werkte, was in handen van die militairen. Door mijn werk als journalist maakte ik het allemaal van heel dichtbij mee. Dat was ontzettend heftig. Ik moest weg en ging naar Nederland om even uit te blazen en op adem te komen van al die ellende. Nu zit ik nog steeds hier; ik ben dus gebleven. Een paar jaar na die moorden is er hier in Nederland een theaterstuk over geschreven waar ik aan mee heb gewerkt. Dat stuk hebben we vele jaren later ook naar Suriname gebracht, maar wel pas toen de militairen daar niet meer regeerden. Dat was heel erg emotioneel, want de mensen daar hadden tot dan nooit in het openbaar gesproken over die moorden. Dat was taboe, omdat de verantwoordelijken nog regeerden. Niemand durfde iets te zeggen; er heerste enorm veel angst.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892