‘Discriminatie zit diep in Nederland. Ik hoop echt dat het gaat verdwijnen’
Luuk, Solenne en Elias vertellen het verhaal van Francisca Burgos
Haarlem
Op een zonnige junidag maken Luuk, Solenne en Elias, leerlingen van het Rudolf Steiner College in Haarlem, kennis met Francisca Burgos. Ze zijn op een bijzondere plek, namelijk het Balinese tuinhuisje van woongroep ‘Lieflijk Indië’ dat Francisca Burgos mooi heeft aangekleed en vol heeft gezet met familiefoto’s, een houten stoel en een boek over de familiegeschiedenis van haar vader en moeder. Hierin staan de stambomen tot vier generaties terug. Francisca Burgos is op het eiland Aruba geboren. Ze vertelt over verschillende koloniale sporen, ook binnen haar eigen familie.
Kunt u iets over uw achtergrond vertellen?
‘Ik heb een DNA-test gedaan om te weten waar ik allemaal vandaan kom. Mijn voorouders komen uit allemaal verschillende landen: Midden-Amerika, Afrika, Engeland, Nederland, Marokko en Estland. De één uit het ene continent en de ander uit een heel ander continent. Dat is het gevolg van de slavernij en het koloniale verleden.
Ik werd in 1964 geboren in Oranjestad op Aruba. Mijn moeder is geboren op Aruba en mijn vader in Suriname. Ik heb twee oudere broers en twee oudere zussen. De vader van mijn opa heette Gustaaf en werd geboren als kindslaaf. Hij werd in 1861 ‘vrij gemaakt’. Zijn Engelse eigenares was namelijk overleden en al haar spullen werden te koop gezet. En wie zien we tussen de inboedel staan alsof ze spulletjes zijn? Gustaaf en zijn zusje Katrijntje. De kinderen werden op dat moment ‘vrij gemaakt’, maar hun ouders bleven slaafgemaakten. Ik denk dat mijn hele familie iets voelt van dit slavernijverleden. Ik ook. Dat zijn koloniale sporen.’
Kunt u nog een voorbeeld van een koloniaal spoor geven?
‘Er is voor mij een ‘angisa’ gemaakt, een hoofddoek. Deze hoofddoeken komen uit de slavernijtijd. De slaafgemaakten mochten vaak niet met elkaar praten, maar door middel van deze hoofddoeken konden ze wel met elkaar communiceren. Door de doek op een bepaalde manier te vouwen, brachten ze stiekem boodschappen aan elkaar over. Dat vind ik erg bijzonder!
Wanneer ging u in Nederland wonen en had u ooit last van discriminatie?
‘Ik was drie maanden oud toen we in Nederland gingen wonen. Mijn vader was leraar en ging hier werken. Mijn moeder vond de verhuizing naar Nederland heel moeilijk. Alles was anders en koud. Ze heeft een jaar binnen gezeten. We gingen in Amstelveen wonen. Ik heb daar een leuke jeugd gehad met veel vriendinnetjes. Later mocht soms mee naar de middagdisco met mijn broer en zus. Daar ging ik dansen. Ik kon als klein meisje eerder dansen dan lopen! Helaas heeft de hele familie hier discriminatie ondervonden. Mijn broers werden geweigerd bij discotheken. Als ik met vriendinnetjes in een winkel was, werd ik door de winkelier extra aandachtig bekeken. Later op mijn werk bij de gemeente Amstelveen maakte ik ook discriminatie mee. Ik ging daar toen niet tegenin, maar je onthoudt het wel allemaal. Discriminatie zit diep in Nederland. Ik hoop echt dat het gaat verdwijnen.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.