‘Die kinderwagen midden op de Dam’


Milo (12), Pascal (12)/n en Yasir (13) vertellen het verhaal van Ina van Houtert 14 jaar toen de oorlog begon
Kromme Waal 36

Mevrouw Van Houtert vertelde ons dat ze het als jong meisje vreselijk vond om de Joodse mensen om zich heen te zien verdwijnen. Daarom stopte ze met school en later ook met haar werk bij de Bijenkorf.

Waar woonde u tijdens de oorlog?
“Wij woonden aan de Mauritskade boven een bakker toen de oorlog uitbrak. Toen bleek dat er kakkerlakken waren, zijn we verhuisd naar de Kromme Waal, op driehoog. Op de eerste verdieping woonden Duitsers, de familie Speckamp. Ze spraken wel Nederlands maar je kon goed horen dat ze Duits waren. De vorige bewoners waren bang, daarom kwam die woning vrij. Mijn moeder was gelukkig nooit bang, dus we zijn daar blijven wonen.”

Wat deed u in de oorlog?
“Op een gegeven moment wilde ik niet meer naar school omdat er steeds meer kinderen uit mijn klas verdwenen. Ik besloot te gaan werken. Ik heb gesolliciteerd bij de Bijenkorf, daar zochten ze leerling verkopers en verkoopsters die intern een opleiding konden krijgen. Ik stond op de bijouterie afdeling, maar al snel was er niets meer te koop, alle artikelen waar metaal in zat, zoals zilveren poederdozen, ringen en horloges werden in beslag genomen en opgeslagen. Er kwam ene meneer Schlatmann die daar van die Duitse toespraken hield over Hitler. Ik bedacht me: ‘hier moet ik ook niet zijn.’ Bij de Bijenkorf werkten heel veel Joden, in de leiding en als verkoopsters en verkopers. Die zag ik dus ook weer verdwijnen. Ik besloot op te zeggen, maar moest toen bij Herr Schlatmann komen. Hij hield me toch een donderpreek! Ik herinner het me nog! Hij vroeg waarom ik weg wilde. Ik kon natuurlijk niet eerlijk zeggen dat ik me niet kon vinden in de ontwikkelingen. Ik zei: ’ik kan niet zo lang blijven staan, ik heb altijd pijn aan mijn rug.’ Dan moest ik eerst maar eens naar de dokter. Ik ging naar de dokter en kreeg een medische verklaring. Maar tot drie keer toe moest ik bij Schlatmann komen. Dan praatte hij op mij in, of schreeuwde op me in eigenlijk. Maar ik besloot weinig te zeggen, anders had hij mij misschien tuk. Uiteindelijk kreeg ik toch mijn ontslagbriefje.”

Hoe was het om de bevrijding mee te maken?
“Dat was natuurlijk geweldig. Maar het feest werd overschaduwd door een belangrijke gebeurtenis. Twee dagen na de bevrijding zouden de geallieerden naar de Dam komen. Daar ben ik toen met mijn vader naartoe gelopen. Het was er hartstikke vol natuurlijk. Ineens werd er geschoten vanuit De Groote Club, daar zaten   de Duitsers. Wij stonden aan de zijkant van de Bijenkorf en ook daar werd geschoten. Mijn vader drukte mij naar beneden bij een van die hoge lichtmasten. Daar lagen we, terwijl het schieten doorging. Op een gegeven moment hield het schieten op. Ik zie nog die kinderwagen midden op de Dam. En er lagen schoenen, tassen en mensen op de grond. Uiteindelijk waren er volgens mij 23 doden. Ik ben opgestaan, heel erg bang en ben hard gaan lopen. Toen ik in de Beursstraat kwam, hoorde ik naast me: ‘ja, ik ben er ook!’ dat was mijn vader. Ik herinner me nog dat we samen naar huis liepen.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892