‘De vader kwam ons een vreselijk verhaal vertellen’
Vik, Juul, Odin vertellen het verhaal van Guus de Kok
Eindhoven
Als Vik, Juul en Odin uit groep 8 van basisschool de Hasselbraam in Eindhoven binnenlopen bij meneer Guus de Kok, staan er al wat schaaltjes met hapjes uit de oorlog voor hen klaar. Zo kunnen ze ook een stukje van de oorlog letterlijk proeven. Meneer De Kok was 5 jaar oud toen de oorlog begon en kan er veel verhalen over vertellen.
Hebben jullie goed gegeten in de oorlog?
‘Ja, wij woonden wel in Eindhoven, maar meer aan de rand op de Geldropseweg. Vroeger stonden daar enkele boerderijen, waar ze koeien en varkens hielden. In oktober was het slachtmaand en dan werden er varkens geslacht. En die hingen ze dan aan een ladder. Mijn vriendje was een boerenzoon en als ik daar ging spelen, kreeg ik een pakketje vlees mee en ook reuzel. Reuzel is gesmolten vet van het varken. Wij smeerden dat op brood in plaats van boter. Als je reuzel smelt, dan krijg je kaantjes en daar kon je lekker op knabbelen, want wij hadden geen zoute pinda’s. Mijn moeder was slagersdochter en die wist wel raad met die verschillende onderdelen van een dier. Van de varkenskop maakte ze zult, dat ligt hier ook op tafel. Proef maar eens! Soms vermengden wij de reuzel met stroop en dat smeerden we ook op brood. Zult eet ik nog steeds. Als er geen vlees was, kocht mijn moeder wel eens stokvis, dat is gedroogde kabeljauw. Die liet zij weken in water en die aten we dan met boterjus en aardappelen als warm eten.’
Wat is er eigenlijk gebeurd met de aardappelboer?
‘Wij hadden thuis een groot gezin met zes kinderen en we hebben ook nog een tijdje een onderduiker gehad. Dat was een student rechten, die niet in de Arbeitseinsatz wilde. Dus wij hadden veel eten nodig. En vooral veel aardappels, omdat er weinig vlees beschikbaar was. In Geldrop had je de bakker, de slager en de aardappelboer. De zonen van de aardappelboer kwamen met een paard en wagen iedere week bij ons aardappels brengen. Op een gegeven moment kwamen ze niet meer. Wij wisten niet wat er aan de hand was. Maar toen kwam de vader ons een vreselijk verhaal vertellen. Zijn dochter had verkering met een Duitse sergeant. Maar haar broers haatten de Duitsers zo erg dat ze die sergeant hebben vermoord. Alle vier de broers zijn toen gearresteerd. De twee oudsten, die het gedaan hadden, zijn geëxecuteerd. De andere twee zoons zijn uiteindelijk vrijgelaten.’
Kunt u het verhaal vertellen over de Duitsers en de mop van de papegaai?
‘Bij onze buren kwamen regelmatig Duitse soldaten op bezoek, want ze hadden daar twee leuke dochters. De Duitse dienstplichtige soldaten waren ook maar gewone jongens, die in het Duitse leger moesten om in de oorlog te vechten. En ze misten natuurlijk ook hun familie en vrienden. Daarom zochten ze hier de gezelligheid van het familieleven op. Op een dag was mijn broer Frans ook bij de buren, toen de Duitse soldaten er waren. Eén van de Duitse soldaten vroeg aan Frans of hij een mooie mop kende. ‘Ja’, zei Frans, ‘die ken ik wel’ en hij begint te vertellen: ‘Een vrouw heeft een papegaai. Dan komt er een Duitse officier bij haar op bezoek en de papegaai zegt: ‘Hitler is dood, Hitler is dood’. Dat vindt die officier niet leuk en hij zegt tegen die vrouw:’Als hij dat volgende keer weer zegt, draai ik zijn nek om’. De vrouw moet huilen en juist komt de pastoor voorbij. Die zegt tegen haar:’Weet je wat? Ik heb ook een papegaai, laten we ruilen van papegaai.’ Zo gezegd, zo gedaan. Dan komt de Duitse officier weer op bezoek bij die vrouw en hij zegt tegen de papegaai:’Zeg het nog eens!’ Maar de papegaai zegt niks. En de officier zegt:’Durf je nog een keer te zeggen ‘Hitler is dood?’ en de papegaai zegt:’Laat ons danken’. De Duitse soldaat, waaraan Frans deze mop vertelde, moest er heel erg om lachen. Maar de buren hadden doodsangsten uitgestaan, dat de mop niet goed zou vallen bij de Duitse soldaten.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.