‘De trein vol NSB’ers werd beschoten.’


Rosa (11), Liam (11) en Suze (11) vertellen het verhaal van Diny Lacoste-Lauckhard 8 jaar toen de oorlog begon
Reinier Castelijnstraat 25, DiemenAmsterdam-Oost

Wij interviewden Diny Lacoste-Lauckhard. Zij woonde in de oorlog in Diemen en ging in de Watergraafsmeer naar school.
Wij vonden haar heel aardig, ze kon goed vertellen en was goed voorbereid. Ze had een filmpje en foto’s.

Waar woonde u toen de oorlog uitbrak?
“Ik woonde met mijn ouders in Diemen. Ik was enig kind. Mijn vader werkte voor de Amsterdamse Ballastmaatschappij en was weken van huis. In 1943 ontruimden de Duitsers Diemen omdat er een schootsveld was, vanaf daar konden ze de stad beschieten en verdedigen. Het eerste deel van Diemen werd afgebroken, wij moesten plots verhuizen. We kwamen terecht in de Transvaalbuurt. Er hing een hele nare sfeer, omdat daar net alle Joodse mensen waren weggehaald. Wij moesten een huis uitzoeken. In een huis stonden alle meubels nog en een piano, maar toen we verhuisden was het hele huis leeg. De buurman van de derde verdieping was altijd erg behulpzaam. Als je iets nodig had of iets gerepareerd moest worden, deed hij dat. Hij had de sleutels van alle woningen. Toen ik een keer op zijn zolder keek, stond daar allerlei meubilair en die piano. Hij had alles geroofd.”

Heeft u honger gehad in de oorlog?
“Mijn hele familie kwam uit het oosten, rondom Zutphen. Wij fietsten 110 km om eten te halen. Wij hebben de hele oorlog genoeg eten gehad. Het was wel gevaarlijk, want mijn vader moest oppassen dat hij niet werd opgepakt voor de Arbeitseinsatz. Zo wisten wij dat we Amersfoort moesten mijden, omdat daar altijd een Duitse controlepost was. Mijn moeder gaf altijd eten weg, ze verzorgde de kinderen van de buurvrouw die hongeroedeem hadden.”

Hoe merkte u dat de bevrijding er was?
“Voor de echte bevrijding was er Dolle Dinsdag op 6 juni 1944. Op die dag vertrokken veel Duitsers en NSB’ers halsoverkop, omdat ze dachten dat Nederland snel bevrijd zou worden. Ik ging die dag met mijn moeder langs vrienden in Diemen. Wij liepen via de Middenweg  langs het spoor en gingen onder een viaduct door. Ineens zag ik een vliegtuig, ik dacht nog: hé, een vliegtuig! Toen kwam er nog een vliegtuig en nog een. Op dat moment kwam er ook een trein aan. De vliegtuigen vlogen heel laag en begonnen de trein te beschieten. Mijn moeder trok mij snel onder het viaduct, gooide mij op de grond en ging bovenop mij liggen. Vlak voor mij zag ik allemaal bebloede mensen uit de trein komen, ze waren zwaargewond, veel doden ook. Het waren allemaal NSB’ers en andere Nazi-sympathisanten die in die trein zaten.

Wij stonden bij de echte bevrijding op de Berlagebrug. Alle voertuigen waren volgepakt met mensen, behalve één jeep, daar zaten twee militairen in, daar mochten geen burgers bij. Ze vonden mij waarschijnlijk wel schattig, want ik  mocht met mijn ouders en de buren toch meerijden. Het bleken de twee piloten te zijn die het gebouw van de SD in de Euterpestraat hadden gebombardeerd.”

foto’s: Marieke Baljé

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892