‘De trein reed langs de stad Nagasaki, vlak na de atoombom’


Ava, Tookta en Maaike vertellen het verhaal van Paul van Namen
Haarlem

Leerlingen Ava, Tookta en Maaike van het  Rudolf Steiner College in Haarlem ontmoeten Paul van Namen in de woongroep ‘Lieflijk Indië’. Hij vertelt hen het verhaal van zijn vader Antonius die in 1923 in Nederlands-Indië was geboren. Meneer Van Namen laat tijdens het interview veel foto’s zien en heeft zelfs een presentatie voorbereid! Ook heeft hij een wereldbol meegenomen waarop hij, maar ook de leerlingen aanwijzen waar hun familie vandaan komt.

Kunt u iets over uw familie vertellen?
‘Mijn opa was een arme boer uit Brabant en vertrok voor een beter leven naar Nederlands-Indië. Hij trouwde daar met mijn oma die Nederlands én Indisch was. Zij overleed toen mijn vader heel klein was. Toen moest mijn vader naar het weeshuis van Nederlandse paters. Het was daar heel streng. Hij moest veel bidden en als je iets verkeerds deed in de klas werd je geslagen.’

Wat heeft uw vader in de oorlog met Japan meegemaakt?
‘Mijn vader moest het leger in toen hij 18 jaar was. En kort daarna brak de Tweede Wereldoorlog uit. De Japanners namen hem gevangen en brachten hem naar Japan om dwangarbeid te verrichten in de Mitsubishi-fabrieken. Daar maken ze nu auto’s, maar toen landmijnen, tanks en geweren. De reis naar Japan was heel gevaarlijk, want de geallieerden torpedeerden de Japanse schepen. Mijn vader heeft drieënhalf jaar gevangen gezeten in Japan. De Japanners zijn verslagen door de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Op 15 augustus 1945 werd mijn vader vrijgelaten. Hij ging terug naar Nederlands-Indië. De trein reed langs de stad Nagasaki, vlak na de atoombom. Alles was platgebombardeerd. Hij heeft erover geschreven in zijn dagboek dat ik nog steeds heb.’

Hoe was het na de bevrijding?
‘Na de onafhankelijkheid van Indonesië wilde Nederland de macht in Nieuw-Guinea behouden. Mijn vader werd politiecommandant van Nederlands Nieuw-Guinea. Het land is twintig keer groter dan Nederland. Er is een foto waar hij met zijn agenten op staat. Dat waren Papoea’s, de oorspronkelijke bewoners. Zij leefden in de natuur en jaagden met pijl en boog. Het was er erg arm. Er waren geen wegen en geen scholen. Mijn vader is daar ook heel ziek geworden. Hij kreeg malaria, maar dat heeft hij op het nippertje overleefd. In 1956 vertrok hij naar Nederland. Hij moest naar zijn ‘eigen’ land, maar hij was nog nooit in Nederland geweest.’

Heeft de oorlog sporen nagelaten binnen de familie?
‘Als je KNIL-soldij intypt op Google, zie je meteen een foto van mijn vader. Hij was iedere woensdag aan het protesteren op het Binnenhof in Den Haag. Uit protest had hij zijn uniform aan. Hij wilde soldij hebben. Dat is het salaris voor soldaten. Nederland is één van de weinige landen die zijn soldaten niet betaald heeft. Dat is allemaal ingewikkeld. Veel mensen waren inmiddels al overleden. Niet alleen soldaten, ook ambtenaren waren ook niet uitbetaald.

Hoe ging het met uw vader en uw familie hier in Nederland?
‘In Nederland leerde mijn vader mijn moeder kennen. Mijn moeder komt ook uit Indonesië, maar ze hebben elkaar hier ontmoet. Ik ben in Wormerveer geboren en toen ik 10 jaar oud was ben ik naar Haarlem verhuisd, omdat mijn vader in Bloemendaal ging werken. Ik heb mijn vrouw ontmoet in de disco in Haarlem. Ze ziet er heel Hollands uit. Haar vader was ook geboren in Nederlands-Indië, op maar een paar kilometer afstand van mijn vader! Dat is onvoorstelbaar. Twee miljoen Nederlanders hebben een Indische achtergrond. Bij sommige mensen zie je dat, maar bij anderen helemaal niet.’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892