‘De ster was van haar jas gewaaid ’


Minka Bos vertellen het verhaal van Jan van Tricht, 21 jaar toen de oorlog begon
Daniel Stalperstraat 44De Pijp

Jan van Tricht werd verliefd in de oorlog, op Ersi. Ze maakten wandelingen samen en beleefden romantische dagen in oorlogstijd. Na de bevrijding vertelde Ersi dat ze Joodse was. Al die oorlogsjaren had Jan dat niet geweten.

Veranderde er iets in uw leven toen de oorlog begon?
“Ik herinner me de vliegtuigen en het artillerievuur, op de dag dat de oorlog begon. In het straatbeeld kwamen de Duitse soldaten. Daarna veranderde er weinig. Ik woonde bij mijn ouders en vond een baantje bij de GGD. Een geluk, want door mijn werk had ik een ‘Ausweiss’, waardoor ik was vrijgesteld van dwangarbeid in Duitsland. Elke week haalde ik, zenuwachtig, met een valse identiteitskaart, bonnen voor Joodse vrienden die we hadden geholpen met onderduiken. Met die bonnen haalden we eten en brachten dat naar het onderduikadres. Nee hoor, we zaten niet bij het officiële verzet. Veel verzet vond, volgens mij, buiten de ‘officiële’ verzetsgroepen plaats. Dat gebeurde dan gewoon in het dagelijks leven.”

Wat zijn uw belangrijkste herinneringen aan de oorlogstijd?
“Mijn vrouw, Esthera Fried, ontmoette ik in die tijd. Zij was de bijzondere, blonde Hongaars-Slowaakse, die ik bij een bezoek aan vrienden ontmoette. Ersi noemde iedereen haar. Al snel voelden we ons thuis bij elkaar. Samen brachten we verliefde dagen door in oorlogstijd.

Wandelend over de Berlagebrug werden we een keer door een NSB’er tegengehouden: ‘Identiteitskaarten laten zien!’ Zij was die van haar vergeten. Snel ben ik die toen voor haar gaan halen. Drie kwartier lang heeft ze daar angstig op mij gewacht. Pas na de oorlog vertelde mijn vrouw me dat ze Joodse was. Ze had al die jaren met een valse identiteit geleefd.”

Hoe was de bevrijding voor u?
“In mei 1945 vertelde Ersi me dat ze eigenlijk Esthera heette. Op een winderige herfstdag was de Jodenster van haar jas afgewaaid, zei ze. Dat had ze als een teken gezien. Sinds die dag had ze hem nooit meer opgedaan. Na de bevrijding bezochten we haar ouderlijk huis in Slowakije. Er woonden andere mensen in. Haar hele familie was vermoord.” 

Duitse soldaten op de Magere Brug (12 februari 1941)

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892