‘De radio begroef mijn vader in een gat in de tuin’


Balqees, Nardos en Naomi vertellen het verhaal van Ton van Hugten
Poeijersstraat

Balqees, Nardos en Naomi van basisschool ’t Karregat mogen op bezoek bij Ton van Hugten. Hij is nu 82 jaar en was 2 jaar toen de oorlog begon. Meneer Van Hugten woonde met zijn ouders, broer en zus in de Poeijersstraat, in hetzelfde huis waar hij nu ook nog steeds woont. De kinderen worden hartelijk ontvangen met een glaasje sap en koekjes in de tuin. Tegen een raam bij de tuintafel heeft hij een zelfgemaakte plaat opgehangen met daarop een foto van toen hij een kind was en de jaartallen waarin de oorlog plaatsvond.

‘Hoelang duurde het dat u niet naar school kon?
‘De schooldeur was dicht. Zeker in de winter, want er was geen kachel en geen stroom. In het begin vond ik dat leuk, maar na een week thuis wilde ik wel weer naar school, ik verveelde me. Na de oorlog ging de school wel weer open.

Toen ik een jaar of 4 was (1940) ging ik naar de kleuterschool op de Tongelresestraat. Het ging er anders aan toe dan nu. In die tijd moesten kinderen die stout waren in de zak van Zwarte Piet. Ik heb verschillende keren gezien dat kinderen die stout waren geweest in de zak moesten stappen. Met de zak op zijn rug verdween Zwarte Piet. Ik wist niet waarheen. Het was afgrijslijk om te zien, zo’n huilend en spartelend kind op zijn rug. Ik was bang dat ik ook aan de beurt zou komen. Ook wat dat betreft zag het leven er voor de kinderen niet zo goed uit. Het kwam waarschijnlijk door de oorlogssfeer die er hing.’

Wat is er met uw vader gebeurd op de nacht van het bombardement?
‘Toen mijn vader op een nacht tijdens hevige bombardementen niet thuiskwam, was ik heel bang dat hij geraakt zou worden en nooit meer thuis zou komen. Hij was aangesloten bij de luchtbescherming. Als het luchtalarm afging, had hij de taak om station Eindhoven te beschermen met een geweer. Mijn moeder, broer, zus en ik vluchtten dan de kelder in. De kelder was klein, leeg en donker. Omdat ik de jongste was, ging mijn moeder daar over mij heen liggen en bleef aldoor maar bidden. Vader bleef heel lang weg, maar hij kwam wel terug. Ik heb een stoeptegel bewaard die in vieren is gespleten door de klap van een bom die hier vlakbij is gevallen. Deze tegel met een stuk van een bom erin heb ik als aandenken aan wat hier is gebeurd. Ik denk dat ik geluk heb gehad, want ik zit hier nog.’

Wat dacht u op het moment dat de Duitsers binnenliepen met geweren?
‘Tjeu, mijn vader had een radio en dat was heel bijzonder in die tijd en heel belangrijk. Soms kwamen er wel 10 of 20 mensen tegelijk luisteren naar de berichten op de radio. Het was wel een risico om dit zo te doen, want de Duitsers mochten het niet weten. Op een gegeven moment kregen we het bericht dat de Duitsers alle radio’s zouden komen ophalen. Dat was spannend, want mijn vader bang was dat de Duitsers wisten dat hij een radio had. Maar hij was creatief en hij bedacht een zinken kist om de radio in te zetten. Deze begroef hij in een gat in de tuin met zand eroverheen. Toen de Duitsers kwamen, zei mijn vader dat we geen radio hadden. De Duitsers zochten alles af. Dat was ook heel spannend! Gelukkig werd de radio niet gevonden.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892