‘De poes van de buren was ineens weg’


Ayoub (12), Samira (12)/n Redwan (12) en Jomaira (12) vertellen het verhaal van Hans Notmeijer over zijn ouders
SneeuwbalstraatAmsterdam-Noord

Wij zijn Ayoub, Samira, Jomaira en Redwan. Voor Oorlog in mijn Buurt hebben wij Hans Notmeijer geïnterviewd over zijn ouders. Zij waren 6 en 10 jaar toen de oorlog begon. Van zijn oma hoorde hij veel verhalen over de Tweede Wereldoorlog en ze gaf hem een doos vol spullen uit de oorlog.

Moesten uw familieleden onderduiken?
“Mijn vader had zes broers. Daarvan zijn er drie naar Duitsland gegaan om te werken in een fabriek waar wapens werden gemaakt. De andere drie broers zijn samen met meer jongens ondergedoken bij boerderijen in Friesland en Drenthe. Ze hoefden niet onder te duiken omdat ze bang waren naar een concentratiekamp gebracht te worden, maar omdat ze niet voor de Duitsers wilden werken. Alle zes zijn ze levend teruggekomen. Een andere oom van mij heeft tegen de Japanners gevochten op zee. Zijn schip is gebombardeerd. Hij heeft toen een week op zee gedreven. Ik heb hem veel willen vragen over de oorlog, maar hij wilde er nooit over praten.”

Hoe overleefden uw grootouders de Hongerwinter ?
“Ik weet dat zij soms dagen hebben moeten lopen om aan melk of brood te komen. Vaak als ze terugkwamen in Amsterdam-Noord werd dat ook nog afgepakt door Duitse soldaten. Mijn oma’s hebben er alles aan gedaan om de kinderen in leven te houden. Er was vrijwel geen eten of drinken. Mijn moeder kreeg toen ze vier jaar werd een konijn voor haar verjaardag. In de Hongerwinter hebben ze dat opgegeten, het was het laatste eten dat ze hadden. En de poes van de buren was ineens weg, de buren waren naar hem op zoek. Mijn opa had de poes gevangen. Ik denk niet dat hij ooit tegen de buurman heeft gezegd dat hij de poes heeft opgegeten. Mijn opa wilde zijn drie kinderen in leven te houden. Er liepen ook maar weinig katten en honden over straat, want iedereen was bang dat ze opgegeten zouden worden. Het was al lastig om eten te verzorgen voor het gezin, laat staan voor je huisdier. Alles wat van hout was in huis werd gesloopt voor in de kachel. Net als de bomen in het park. Het was een lange en koude winter, zonder warmte en zonder eten.”

Wat heeft je familie meegekregen van de bombardementen in de buurt?
“Mijn opa werkte bij de gemeente Amsterdam en moest na het bombardement op de Ritakerk al het puin opruimen. Ook allemaal dode kindertjes. Die moesten daar weg om te worden begraven. Mijn moeder heeft altijd angst gehad voor bijvoorbeeld ballonnen die kapot werden geprikt. Dat deed haar denken aan de bombardementen.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892