‘De piloten probeerden soms nog te vluchten, maar vaak waren ze ook dood’


Nikki, Lexx, Younes en Mikai vertellen het verhaal van Aartje Klein
Amsterdam-Noord

Nikki, Lexx, Younes en Mikai van de Twiskeschool fietsen naar het huis waar Aartje Klein woont. Ze heeft de koekjes en chocolaatjes al klaarstaan. Mevrouw Klein is geboren in 1933 in een klein dorpje Emst, op de Veluwe in de provincie Gelderland. Ze had twee broertjes en één zusje. Ze waren niet heel rijk en woonden in een klein boerderijtje waar haar vader en had een paar koeien en wat kippen had. Er was nog geen elektriciteit en ook geen stromend water. Water kwam uit de pomp. De wc was in een ton met een deksel erop met een gat erin. Slapen deden ze in een bedstee.

Hoe kwam u erachter dat de oorlog begon?
‘Er vlogen ineens een hele hoop vliegtuigen over ons dorp. Ik weet het nog heel goed. Ik speelde buiten en was toen zes jaar oud. Ik wist nog niks over de oorlog. Mijn vader stond verderop met een buurman te praten en ik hoorde hem zeggen; ‘zo, nu zijn wij aan de beurt’. Zij wisten het natuurlijk wel. Mijn vader had ook een radio, als één van de weinigen in de buurt. Daar kwam iedereen naar luisteren.’

Waar ging u naar school in de oorlog?
‘De eerste twee jaar kon ik nog gewoon naar school. Maar al die Duitse soldaten moesten ook ergens slapen en eten en daar gebruikten ze onze school voor. Soms kregen we toen nog wel les in een kolenschuur of in restaurants, in een kerkgebouw of bij mensen in huis. Als ik dan langs onze oude school liep, zag ik daar al die Duitse soldaten over ons schoolplein marcheren en oefeningen doen. Daar bleven we dan wel geboeid naar kijken. Ze deden ons natuurlijk geen kwaad. Maar ik heb in de oorlog dus niet zo veel school gehad.’

Heeft u gezien dat er vliegtuigen neerstortten?
‘Ik woonde in een bosrijke omgeving op de Veluwe. Bij ons in de buurt zijn verschillende vliegtuigen neergestort. Ook op een boerderij. Of op de straat. Dat was heel eng. Ze werden uit de lucht geschoten door de Duitsers. De vliegtuigen maakten dan een heel naar geluid. Dan gingen ze ‘loeien’; zo heet dat. En dan wist je; ‘oh nee er komt er weer één!’ De piloten probeerden soms nog te vluchten, maar vaak waren ze ook dood. Of ze werden opgepakt door de Duitsers. Het was ook wel een beetje sensatie als er weer eentje was neergestort. Ik ben één keer gaan kijken in het bos. Het gebeurde ook wel eens midden in de nacht. Mijn vader heeft toen samen met mijn oom die naast ons woonde, een schuilkelder onder de grond gegraven. Tussen de twee huizen in. Als dan de vliegtuigen ’s nachts overvlogen werden we wakker gemaakt en moesten we in die schuilkelder zitten, totdat het voorbij was.’

Kende u ook Joodse mensen?
‘Er woonden bij ons niet zo heel veel Joodse mensen. Ik heb zelf geen Joodse mensen gekend, maar mijn ouders wel. Mijn vader was een keer op het dorp om een boodschap te doen en toen werden die mensen opgehaald van huis. Het was een ouder stel, we hebben ze nooit meer terug gezien. In Epe woonde ook Aart van Vemde. Hij zat in het verzet en werd ook gezocht door de Duitsers. Hij had diep in het bos een ondergrondse hut gebouwd. Hij woonde daar, met plek voor wel tien onderduikers. Joodse mensen of andere onderduikers uit het verzet. Iedere avond kwam hij bij ons melk halen voor die mensen en dan verdween hij samen met mijn vader naar de hooizolder. Daar luisterden ze dan stiekem naar de radio naar het nieuws.’

 Had u ook honger in de Hongerwinter?
‘Nee wij hadden geen honger omdat mijn vader een boerderij had. Wij hadden melk en er was rogge om roggebrood te maken. We hadden kippen en in de oorlog hebben we ook een varken geslacht, zodat we nog wat vlees hadden. Er kwamen bij ons heel veel mensen uit de grote steden om eten vragen. Vaak namen ze dan beddengoed of zilver mee om te ruilen voor eten. Ze hoefden bij ons niks te ruilen, dat wilden mijn ouders niet. Ze bleven dan slapen op de hooizolder, want slaapplaatsen hadden we niet. En ze kregen natuurlijk gewoon eten.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892