‘De oorlog is deel van mijn opvoeding en leven’


Boaz, Kasper en Aisosa vertellen het verhaal van Saskia van Kreveld
Stadionweg 41, AmsterdamAmsterdam Nieuw-West

Saskia van Kreveld (69) komt op de fiets naar basisschool Veerkracht in Amsterdam-Slotermeer waar Boaz, Kasper en Aisosa haar vragen stellen over hoe zij de verhalen over de oorlog heeft meegekregen van haar ouders. De koekjes blijven onaangeroerd, zo zeer hangen de leerlingen aan Saskia’s lippen.

Denkt u vaak terug aan de oorlog?
‘Nee, ik zelf niet, omdat ik de oorlog niet heb meegemaakt. Maar ik denk af en toe wel aan wat mijn vader en moeder hebben meegemaakt in de oorlog. En ik denk aan mijn opa en oma die ik nooit gekend heb. Maar omdat ik de oorlog niet zelf heb meegemaakt, heb ik er zelf natuurlijk geen herinneringen aan. Maar ik weet wel wat er met mijn opa en oma is gebeurd. Na de oorlog kregen mijn ouders bericht van het Rode Kruis op welke dag mijn oma aankwam in het concentratiekamp en op welke dag ze vergast was. De Duitsers waren erg pünktlich; ze hielden alles bij.’

Uw ouders zaten ondergedoken, hoe kwamen ze aan eten?
‘Er was een organisatie op poten gezet door mensen die vonden dat de Duitsers achterlijk bezig waren. Ze wilden mensen helpen. Die organisatie heette de ondergrondse, een verzetsbeweging die ook wapendepots overviel. Ze registreerden mensen die verstopt zaten of hielpen ze aan een nieuw onderduikadres als ze verraden dreigden te worden. Ook voorzagen ze hen van eten. Mijn vader en moeder hadden het geluk dat ze op het platteland ondergedoken zaten, vlak bij Deventer, waar mijn vader vandaan kwam. Ze hebben geen honger gehad omdat ze bij mensen zaten die zelf groenten verbouwden en dieren hadden. Als je in de stad was ondergedoken, had je het niet makkelijk. Mijn vader heette Max Mozes Maximiliaan van Kreveld. Een echte Joodse naam. Tijdens zijn onderduiktijd werd hij Henk genoemd. Het mooie is dat ik altijd contact gehouden heb met de mensen bij wie hij ondergedoken zat. Hun kinderen zijn van mijn leeftijd. Zij hebben het altijd over oom Henk. Dan ging de telefoon en werd er gevraagd hoe het met oom Henk was. Ik dacht altijd over wie hebben ze het? O ja, over mijn vader!’

Hoe merkte u dat uw ouders de oorlog hadden meegemaakt?
‘Ik ben geboren in 1952, zeven jaar na het einde van de oorlog. Ik had geen opa en oma. Dat heb ik altijd raar gevonden. Andere kinderen hadden wel opa’s en oma’s. Ik weet ook van kleins af aan waarom ik geen opa, oma, ooms en tantes heb. Ik ging vragen stellen en het was onderwerp van gesprek als we op visite gingen of tijdens een verjaardag. Vaak ging het over omgekomen familie. ‘Die is vergast’ werd er dan gezegd. Het is deel van mijn leven en opvoeding. Mijn moeder was ernstig beschadigd door de oorlog. Zij was op de dag van de inval zestien jaar oud geworden, een puber. Omdat mijn vader ouder was dan mijn moeder, kon hij de gebeurtenissen beter plaatsen. Ik heb geleerd hoe mijn vader omging met zijn verlies en verdriet en hoe mijn moeder daarmee omging. Je kunt er verschillend mee omgaan. Je kunt haat hebben, daarin blijven hangen en het niet verwerken, zoals mijn moeder. Of je kunt het grote geheel zien en denken dat je mee had kunnen vechten tegen wat voor groepering dan ook.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892