‘De Nederlanders woonden in omheinde dorpen’


De leerlingen van het Mundus College vertellen het verhaal van Romeo Hoost
Amsterdam Nieuw-West

Romeo Hoost (1946) bezocht het Mundus College in Amsterdam Nieuw-West om te vertellen over zijn jeugd op Curaçao en in Suriname, en zijn vertrek naar Nederland. De leerlingen van het Mundus gingen met hem in de oude kantine van de school zitten voor het interview. Ze leerden veel over de geschiedenis van Suriname en waren erg onder de indruk van de Decembermoorden die in 1982 in Suriname hadden plaatsgevonden.

Waar bent u opgegroeid?
‘We hadden een mooi houten huis onder de rook van de raffinaderij van Shell op Curaçao. Als je de was buiten hing had je kans dat de kleren na het drogen zwart waren van de rook. De Nederlanders die door Shell naar Curaçao waren gehaald, woonden in aparte dorpen. Zo kwamen we in aanraking met apartheid. Die dorpen met Nederlanders waren omheind en je moest je aanmelden bij de portier met een bewijs van je nummerbord en zeggen voor wie je kwam. Dan mocht je verder. Nu is het vrijer. Later verhuisden we naar Suriname, daar ben ik naar de lagere school en de middelbare school gegaan. Nu ben ik 75 en wil ik er nog 75 jaar bij, dus ik ga 150 worden.’

Wanneer bent u naar Nederland gekomen?
‘Ik werkte in Suriname voor de vakbond van de overheid. In 1980 pleegde Desi Bouterse een coup, hij nam zeg maar de overheid over. Toen moest ik afwachten wat er ging gebeuren, ik was voorzichtig. Als inwoner van Curaçao werd ik niet gewaardeerd als Surinamer. Maar met voetballen deed ik altijd mee. Wel maakte iemand me eens uit voor ‘verrader’. In december 1982 kwam ik naar Europa voor een congres in Brussel. Op dat moment werden er in Suriname vijftien tegenstanders van Bouterse doodgeschoten, de voorzitter van de vakbond waar ik bij werkte was ook doodgeschoten. Het was voor mij onveilig om terug te gaan naar Suriname. We kregen geld om een winterjas te kopen, maar ik dacht dat ik snel weer naar Suriname zou gaan, dus ik kocht er geen. Maar toen ik niet weg kon heb ik dat maar wel gedaan, het was behoorlijk koud. In Suriname is het altijd ongeveer 30 graden met periodes met regen. Nooit winter.’

Wat heeft u verder in Nederland gedaan?
‘Toen ik in Nederland moest blijven, ben ik rechten gaan studeren. Ik had wel officier van justitie willen worden om echt slechte mensen te kunnen straffen, maar de studie heb ik niet afgemaakt. Ik heb daarna wel journalistiek en accountancy afgemaakt. Ik ben nooit meer legaal teruggegaan naar Suriname. Wel twee keer illegaal via Frans-Guyana de grensrivier overgestoken om pamfletten uit te delen van de vakbeweging. We wilden ook Brunswijk steunen in de burgeroorlog tegen Bouterse. Ik ga pas terug als Bouterse achter slot en grendel zit, eerder niet. Hij is veroordeeld maar kan in hoger beroep. Ik vind het wel jammer want het eten in Suriname is veel lekkerder met veel kruiden en veel verschillende soorten eten. Nu worden hier ook veel ingrediënten geïmporteerd uit Suriname. Mijn lievelingsgerecht is pom tayer aardappel die geschild en geraspt wordt met kip en afgewisseld lagen. Hindoestaans met roti is ook lekker, een soort pannenkoek met groente en vlees.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892