‘De mensen in Nederland zijn vriendelijk en eerlijk, zeiden ze’


Sofie, Maram, Sophie, Dante en Loulou vertellen het verhaal van Zorka van Koningsbrugge-Gostinirovit
BosniëAmsterdam-Oost

Zorka van Koningsbrugge-Gostinirovit zit al klaar om de leerlingen van de Pinksterbloem te ontvangen, de amandelen in chocolade staan al op tafel voor ze. Dat is vast een goed begin. Sofie, Maram, Sophie, Dante en Loulou interviewen haar over haar jeugd en haar komst naar Nederland. Ze vertelt dat ze uit Bosnië komt, dat toen nog bij voormalig Joegoslavië hoorde. ‘Ik ben opgegroeid in een dorp tussen de dieren op het land. Ik was een boerenmeisje.’

Waarom wilde u naar Nederland?
‘Het was toentertijd nog rustig in Bosnië, er was nog geen oorlog, er was vrijheid, school was gratis voor kinderen, mensen zaten in het ziekenfonds en alles was goed geregeld. Maar thuis moest ik altijd de andere kinderen verzorgen en hard werken. Mijn vader werkte op het land, mijn moeder moest water sjouwen en ik moest voor mijn broertje zorgen. Als hij jankte kreeg ik meteen op mijn kop van mijn moeder. Ik bracht hem 4 kilometer lopend naar school, en terug. Boodschappen doen was ook ver weg. Ik moest altijd werken voor mijn ouders. Ze vroegen nooit of ik mijn huiswerk had gedaan, dat vonden ze niet belangrijk. Maar ik deed mijn huiswerk als ik op de koeien paste. Als ik van school kwam, moest ik werken, dan verdeelde mijn moeder eerst de taken. Als alles klaar was ging ik slapen, we hadden geen televisie.’

Hoe was de aankomst in Nederland?
‘Toen ik 19 was, was het genoeg voor me in het dorp en wilde ik vertrekken. Ik wilde ergens anders proberen mijn geluk te zoeken. Ik ging naar het arbeidsbureau om werk te vragen in een Europees land. Ze stelden Nederland voor, het land van bloemen en cultuur. Ze vertelden dat er geen bergen waren, zoals bij ons. De mensen zijn er vriendelijk en eerlijk, zeiden ze. Dat vond ik belangrijk. Mijn werk was in een fabriek in Veenendaal, die busjes voor sprays maakte. Eerst moest ik een medisch onderzoek ondergaan, onder andere voor mijn oren, ogen en tanden. Na goedkeuring kreeg ik toestemming naar Nederland te komen. De kosten voor het onderzoek en het ticket naar Nederland werd betaald door de fabriek.

Ik vond het wel jammer dat we geen les kregen, het was slapen, eten en werken. Ik had gehoopt dat we Nederlandse les zouden krijgen, maar dat zat er niet in. Ik wilde wel blijven want ik vond het hier leuk. De taal heb ik uiteindelijk geleerd via de televisie, daar pikte ik Nederlandse woordjes op. Na een paar jaar begon ik wat Nederlands te begrijpen, maar ik vind het nog steeds lastig Nederlands te lezen en schrijven. Ik kon mijn ouders niet bereiken, alleen per brief. Dat vond ik ook wel fijn want dan konden ze niet de hele tijd vragen waar ik was en wat ik deed.’

Wat vond u van het eten in Nederland?
‘Ik vind zuurkool, stamppot en andijvie lekker. Hutspot vind ik vies. Maar toen ik net aankwam was het Nederlandse eten anders en vond ik het niet lekker. Het is wel vooruitgegaan met de vele buitenlandse keukens. Nu heb je meer keuze. Ik kon niet goed tegen de slechte lucht in de fabriek, ik viel er van flauw maar at ook weinig omdat ik het Nederlandse eten vies vond. Ik at alleen het fruit dat voor me werd klaargemaakt. Na doktersbezoek werd duidelijk dat ik bloedarmoede had en als ik niet beter zou gaan eten, zouden ze me terugsturen naar huis. Dit wilde ik absoluut niet want de mensen in het dorp zouden dan gaan roddelen en denken dat ik met verkeerde redenen terug was gekomen. Toen ben ik wel gaan eten.’

Wat was uw eerste indruk toen u naar Nederland kwam?
‘In mijn dorp konden we wanneer we ‘s ochtends wakker werden, meteen naar buiten gaan en aankloppen bij de buren, de deuren waren open en we waren vrij naar binnen te gaan. Als iemand eten had kon je gewoon mee-eten zonder vragen. Hier is het anders, hier moet je eerst een afspraak maken. Ik heb tien jaar met mijn Nederlandse man in Bosnië gewoond. Toen de oorlog uitbrak zijn we, tot zijn grote verdriet, weer naar Nederland verhuisd. Toen mijn man pas in Bosnië woonde, moet hij wennen. De mensen kwamen niet op tijd, en als ik toeterde in het dorp zei hij: hee, stop daarmee, de mensen worden wakker. Maar ik vertelde hem dat dat dat mag in Bosnië. Je mag er zingen en je muziek hard zetten. Maar ik ben inmiddels vijftig jaar hier en ik geloof dat het daar ook veranderd is. Nu moet je er ook een afspraak maken.’

Miste u uw ouders toen ze nog leefden?
‘Ik miste mijn moeder wel, mijn vader niet zo. Mijn vader was een strenge man, maar hij was wel gevoelig en slim. Hij gaf me een boekje, waarin stond waar ik me aan moest houden als 19-jarige vrouw. Geen verkeerde vrienden maken, niet met iedereen wat gaan drinken, geen alcohol drinken, geen stomme dingen doen, in de bus of trein moet je opstaan voor oudere mensen, je moet mensen groeten. Als je ziek wordt moet je meteen naar de dokter gaan en er niet mee blijven rondlopen.’

Vond u het waard om naar Nederland te komen?
‘Tuurlijk, ik heb liefde gevonden, een Nederlandse man. Ik ben getrouwd en heb twee kinderen gekregen. Ze zijn allemaal hier, ik heb ook twee kleinkinderen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892