‘De Joodse kinderen moesten op mijn school achter een muur zitten’


Amal, Serena en Quinn vertellen het verhaal van Dolly Rouwers
Van WoustraatDe Pijp

Amal, Serena en Quinn van de Derde Daltonschool in Amsterdam-Zuid gaan op een koude winterse dag met de tram naar Amstelveen om Dolly Rouwers (1936) te interviewen. Mevrouw Rouwers had een katholieke Duitse vader die in 1920 naar Nederland kwam en ze had een Joodse moeder. Ze was 4 jaar toen de oorlog begon. Ze staat al bij de deur te wachten als de kinderen met de lift aankomen bij haar appartement. Ze nemen plaats om de tafel, die gevuld is met lekkers.

Hoe zag u dagelijkse leven er tijdens de oorlog uit?
‘Ik heb een oudere zus die toentertijd 9 jaar was. Ik kom uit een gemengd gezin. Ik ben namelijk half Joods aangezien mijn vader Duits is en mijn moeder Joods. Ik hoefde daarom ook geen ster te dragen. Mijn moeder had een hoop broers en zussen en die moesten zich tijdens de oorlog als Joden melden en werden vervolgens afgevoerd en vermoord. Mijn vader had zijn eigen slager in de Van Woustraat en mijn moeder werkte hier ook. Tijdens de oorlog zat ik op de Wilhelmina Catharinaschool en deze was op loopafstand van de slager. Hier zaten ook Joodse kinderen op die op een gegeven moment werden gescheiden van de andere kinderen. Er werd een muur geplaatst waar de Joodse kinderen achter moesten zitten. Verder had ik een onbezorgde schooltijd. Ik speelde veel buiten en het liefst ging ik eropuit met mijn rolschaatsen. Dan kwam ik wel vaak thuis met kapotte knieën omdat ik was gevallen.’

Hoe heeft u de Hongerwinter beleefd?
‘We hadden genoeg worst te eten, maar aan het einde van de oorlog kwam er een moment dat we de slagerij moesten sluiten. Alles ging toen via voedselbonnen. Mijn vader had een hoop kruiden en die ging hij dan met boeren ruilen voor tarwe. Die tarwe liet hij weer malen bij een molen in de Czaar Peterstraat. Doordat we de slagerij hadden, hebben wij geen honger geleden. Op een gegeven moment kwamen er vanuit Zweden voedselpakketten met witbrood en margarine. Een boterham met margarine vonden wij toen heerlijk, daar heb ik echt van genoten. Tijdens de oorlog gingen mensen om ons heen bloembollen koken om te eten en mijn moeder probeerde dit ook. Ze had de bloembollen helemaal laten verbranden waardoor er een stroperig goedje overbleef in de pan.’

Waarom moest uw moeder naar de gevangenis?
‘Mijn moeder was de jongste uit een gezin van tien kinderen waarvan er één al op jonge leeftijd overleed. Alle andere kinderen, behalve mijn moeder, hebben de oorlog niet overleefd. Tijdens de razzia van juni 1943 zijn haar familieleden meegenomen. Ze heeft hier veel verdriet van gehad.

Mijn moeder droeg altijd een witte jas als ze in de slagerij werkte en op die jas had ze geen ster vastgenaaid. Iemand had dit gezien en haar toen aangegeven. Ze hebben mijn moeder daarop meegenomen naar de gevangenis, waar ze tien dagen vastzat. Mijn vader kende heel toevallig een Duitser die mijn moeder gevangenhield en zo heeft hij gelukkig kunnen regelen dat ze werd vrijgelaten. Ze kwam thuis met luizen en daardoor kregen wij ze ook.’

Hoe keek uw Duitse vader tegen de oorlog aan?
‘Mijn vader komt uit Duitsland maar verhuisde naar Nederland omdat de economische toestanden beter waren in Nederland. Mijn vader was een goed vakman en kon uitstekend worsten maken. Toen hij in Nederland kwam solliciteerde hij bij de broer van mijn moeder. Mijn vader was dan wel een Duitser maar hij had een hekel aan de moffen en stond absoluut niet aan hun kant. Hij vond het verzet fantastisch. Mijn vader heeft zich na de oorlog dan ook gelijk laten naturaliseren. Dat betekent dat hij de Nederlandse nationaliteit kreeg. Ik en mijn zus hadden ook een Duits paspoort omdat je vroeger de nationaliteit kreeg die je vader had. Ik weet nog dat we na de oorlog naar onze tante in België gingen en dat de controleurs bij de douane heel pissig waren toen ze ons Duitse paspoort zagen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892