‘De hengeltas zat stiekem vol met bonen’


Jémuel, Louise en Nefra vertellen het verhaal van Ab Kool
Van Spilbergenstraat 32Amsterdam-West

Jémuel, Louise en Nefra van de Rosa Boekdrukkerschool in Amsterdam-West kunnen lopend naar het huis van de 93- en 94-jarige Ab en Alie Kool. Onderweg wandelen de kinderen langs de adressen waar zij als tieners tijdens de oorlog woonden, ook in de buurt. De leerlingen vinden het spannend, maar na een enthousiast welkom en een paar grapjes van Ab is dat gevoel verdwenen. Ze hebben een vragenlijst en weten: heel hard praten. Al heeft Ab twee nieuwe apparaten, echt goed horen gaat moeizaam. Gelukkig praat hij voluit en doet Alie graag mee.

Hoe voelde het tijdens de oorlog?
Ab: Je bent nog een kind, maar je wist dat het niet deugde wat er gebeurde. Je wist dat we van de Duitsers minder mochten en je wist niet waar het zou eindigen. Misschien moesten we altijd wel zo blijven leven? In het donker en met weinig eten. Via de radio wist je wel wat er aan de hand was. Als je hoort wat de Russen doen in Oekraïne, denk je: het lijken wel de Duitsers van toen. Oorlog is vreselijk. Wij moesten maar afwachten wat de Duitsers hier gingen doen. In het begin waren ze nog wel vriendelijk. Later steeds minder. Nee, ik heb er nu geen last meer van. Daar is het te lang geleden voor.
Alie: Als het luchtalarm afging, moest je onder de trap gaan zitten, beneden. Niet op drie hoog waar wij woonden. Beneden was veiliger. En alles moest donker zijn, zodat de Engelsen en Amerikanen vanuit het vliegtuig niet konden zien waar ze waren. We verduisterden de ramen. Het was echt heel donker buiten, want er waren ook geen lantaarnpalen aan.

Wat vond u het ergste?
Ab:
‘Dat was in het begin van de oorlog: de angst of ze Amsterdam zouden bombarderen. De Duitsers hadden Rotterdam enorm gebombardeerd. Daarom heeft Nederland zich daarna overgegeven. Je wist dat de Duitsers geen leuke dingen gingen doen hier. Joodse mensen mochten steeds minder. Misschien hebben jullie ook gehoord dat ze werden afgevoerd naar minder leuke plekken waar ze vermoord werden. De Duitsers wilden ook Nederlandse mannen om te werken in Duitsland, omdat hun eigen mannen in het leger zaten. Ik was een van de laatsten die zich moest melden om te gaan werken, maar dat heb ik niet gedaan. Voor de zekerheid had ik naast mijn bed een luik gemaakt, zodat ik onder de grond kon schuilen als ze me kwamen halen. Gelukkig is dat nooit gebeurd. Ik moest wel voorzichtig zijn, ik kon niet de straat op.

Hoe kwamen jullie aan eten?
Als je iets wilde kopen, moest dat met een bon. Kijk, ik heb een hele map vol bonnen hier. Daarop stond dan wat je ermee kunt halen. Je moest wel naast die bon gewoon betalen met geld. Kijk, hier staat dat je met dit bonnetje tapte melk kon kopen. Dat was melk met water; dan leek het wat meer, maar smaakte het minder. Maar het was niet zo dat je zeker eten kon kopen, hoor, met zon bon. Soms stond er een lange rij en dan had de groenteman maar twee bloemkolen. Dan gingen mensen naar de boeren, buiten de stad, om hun spullen te ruilen voor eten. Ook had je gaarkeukens, eentje was hier in de buurt. Daar kon je eten halen. Vies eten, maaienpap met zwarte dingetjes erin of andijviesoep. Vies, hè.
Alie:
We hadden zo weinig te eten in die tijd, één boterham per dag maar. En als je met eten van de boeren terugkwam, had je de kans dat er wachters stonden, die het eten van je afpakten.
Ab:
Echt honger hadden wij thuis niet. Mijn vader was heel slim. Als hij eten haalde bij de boeren, deed hij dat in zijn hengeltas. Als hij dan gecontroleerd werd, dachten ze dat ie was gaan vissen en keken ze niet in de tas, die stiekem vol met bonen en erwten zat! Ook kreeg hij een keer op zijn werk als monteur bij een boterfabriek boter mee. Maar op het Centraal Station was politie aan het controleren. Toen heeft hij een Duitse soldaat met twee koffers spontaan aangeboden te helpen. Ze werden bij de controle aangehouden, maar die soldaat zei dat het oké was, en toen konden ze zo door! En een keer werkte hij ergens waar de hond zijn brood had opgegeten! Toen is ie gaan zoeken en kwam een schaal met gehaktballen tegen. Die heeft ie heerlijk opgegeten en de schaal bij de hond gezet. Toen kreeg die hond later de schuld en had mijn vader lekker gegeten!

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892