‘De Duitsers schoten lukraak en Annie werd geraakt’


Maartje, Madelief, Justin en Luuk vertellen het verhaal van Rob Meijer
Geldersekade AmsterdamAmsterdam-Centrum

Maartje, Madelief, Justin en Luuk kennen de plaquette met namen van kinderen die omgekomen zijn in de oorlog, bij de ingang van verzorgingshuis Flesseman bij de Nieuwmarkt in Amsterdam. Dat ze nu de broer van Annie Meijer, één van de kinderen die erop vermeld staat, gaan interviewen vinden ze heel bijzonder. De leerlingen van de Sint Antoniusschool hebben al veel vragen voor Rob Meijer bedacht. Ook willen ze hem vragen of ze na het interview met hem naar de plaquette kunnen lopen. Ze hopen dat hij dan ook zijn vroegere huis kan aanwijzen en het steegje waarin Annie en zijn broer samen voor het laatst liepen.

Kunt u zich Annie nog herinneren?
‘Annie was twee jaar jonger dan ik, een meisje met blonde krullen en met een pittig karakter. Ze kon heel goed moedertje spelen. Ze had drie oudere broers, maar we konden allemaal niet tegen haar op. Op vrijdagavond moeten we altijd gewassen worden. Dan gingen we met z’n tweeën tegelijk in een grote wasteil. We zaten elk aan een kant en waren lekker aan het plonsen. Als mijn moeder dan zei ‘Jongens jullie eruit, volgenden erin’, dan wilden we er helemaal niet uit. Maar dan stond Annie daar en zei erachteraan: ‘Ja jongens eruit!!’. Ze was altijd erg aanwezig maar jammer genoeg mocht het niet zo lang duren. Toen ze overleed was ze bijna 5 jaar.’

Wat gebeurde er met Annie?
Op de Nieuwmarkt verzamelden zich vaak zwarthandelaren. Zij verkochten stiekem sigaretten en drank aan rijke mensen, terwijl dat van de Duitsers niet mocht. Soms kwamen de Duitsers dan onverwacht met een overvalwagen om de zwarthandelaren op te pakken. Iedereen maakte dat hij wegkwam als ze eraan kwamen, en rende de smalle steegjes in. Ook op 28 september 1944. Mijn broer en Annie kwamen net terug van de Bijenkorf en liepen in de Barndesteeg toen allemaal vluchtende mensen aan kwamen rennen vanaf de Nieuwmarkt. De Duitsers schoten lukraak vanaf hun wagen op de mensen in het steegje en Annie werd geraakt. Mijn broer gelukkig niet. Kennissen renden vlug naar mijn ouders die om de hoek woonden om ze te waarschuwen. Ze brachten Annie op de handkar van de groenteman naar het ziekenhuis. Daar is ze dezelfde avond nog overleden.’

Durfde u daarna nog wel naar buiten?
Ik was nog een klein kind en zag het gevaar niet zo als volwassenen. Mijn ouders konden ons natuurlijk ook niet steeds binnen houden. Dus speelden mijn broers en ik ook nadat Annie was overleden, gewoon weer op straat. Soms ging ik eten halen bij de gaarkeuken in het gebouw naast jullie school. Wij kregen veel voedselbonnen omdat we een groot gezin hadden. Jammer genoeg kregen we nooit zoveel eten mee. Maar dat was logisch want iedereen had honger en had eten nodig. Mijn broer en ik konden in de Hongerwinter een paar maanden naar de boeren in de Wieringermeer om aan te sterken. Die mensen van de boerderij wilden het liefst meisjes opnemen want zij konden dan meehelpen in de huishouding. Maar mijn broer en ik zaten als laatsten in de auto en toen moesten ze ons maar nemen. We vonden het helemaal niet leuk daar en hadden veel heimwee. We misten onze vader en moeder en de stad.’

Hoe voelde u zich bij de bevrijding?
Ik kan me nog herinneren dat tijdens de bevrijding veel Canadezen de stad in kwamen. Ze strooiden vanuit wagens allemaal lekkere dingen. We waren natuurlijk allemaal heel blij dat de oorlog eindelijk was afgelopen. Maar bij ons thuis was tegelijkertijd een groot verdriet. Een paar maanden nadat Annie was overleden, was ook mijn andere babyzusje er onverwacht niet meer. Mijn moeder ging op een dag naar boven om haar eten te geven en kwam huilend terug de trap af met haar dode baby in haar armen. ‘Brigitta is dood, ze is hartstikke dood! Hoe kan dat nou?’, zei ze huilend. We hebben nooit geweten waaraan Brigitta is overleden. Daar werd in de oorlog geen onderzoek naar gedaan. Toen waren mijn beide zusjes er niet meer. Na de oorlog hebben mijn vader en moeder nog drie zonen gekregen en waren we een gezin met zeven broers.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892