‘De Duitsers hebben een tijdje in onze school gezeten’


Sami, Emad, Achmed en Souhaib vertellen het verhaal van Annemie Doorgeest -Krollart
Stuurmanspad, Zaandam

Sami, Emad, Achmed en Souhaib van basisschool Het Zaanplein in Zaandam interviewen de 84-jarige mevrouw Annemie Doorgeest- Krollart over haar ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. Mevrouw Doorgeest was drie jaar toen de oorlog begon.

Waar woonde u als kind?
‘Ik woonde op het Stuurmanspad in Zaandam, dat was in de buurt van de familie Heijn en de familie Verkade. Ons gezin bestond uit een vader, een moeder en drie dochters. Wij woonden in een klein huis met een voor- en achterkamer en een zolder. Het huis had een verborgen trap naar zolder. Daar verstopten onze vader, oom en buurman zich als er een razzia kwam. Wij, de kinderen in huis wisten niet van het bestaan van die trap af. De volwassenen waren bang dat de kinderen erover zouden vertellen tegen de Duitsers en zo hun vader, oom en buurman zouden verraden.’

Hoe begon de oorlog voor u?
‘Toen ik vier was ging ik naar de kleuterschool. Ik kan mij herinneren dat er op een dag Duitse soldaten binnenkwamen. Dat vond ik erg spannend.  Duitse soldaten bezetten in de oorlog vaak scholen. Ook hebben de Duitsers een tijdje in onze school gezeten. Wij moesten toen naar een ander schoolgebouw. Ook kan ik mij herinneren dat er vaak soldaten in het centrum van de stad liepen en dat er gevechtsvliegtuigen overvlogen. Mijn moeder haalde ons dan naar binnen. Winkels in de stad waren gesloten, er was niets te koop.’

Hoe heeft uw gezin het overleefd tijdens de oorlog?
‘Mijn ouders waren heel handig en maakten vaak iets nieuws van weinig spullen. Zo maakte mijn vader van een stuk boomstam nieuwe klompen en kleppers. Mijn tantes gaven oude riemen, hier maakte hij de banden voor de kleppers van. Mijn moeder naaide kleding voor ons van oude kleding die ze kreeg, en van de schapenwol die ze kreeg van de boeren in de buurt, maakte ze truien. Er was niet veel eten te koop, maar wij hadden een moestuin waar we onder andere aardappels, sperziebonen en wortels in verbouwden. Van de boeren in de buurt kregen we melk. Mijn vader en oom verstopten zich ook weleens voor de Duitsers in de velden en slootjes van de boeren als er een razzia was. Ze vluchtten dan met een roeibootje, bang om opgepakt te worden. Wij kinderen wisten daar niets van. Onze ouders waren bang dat wij hen per ongeluk zouden verraden.’

Uw moeder was een Duitse, hoe werd er tijdens en na de oorlog naar haar gekeken?
‘Mijn moeder woonde al voordat de oorlog begon in Nederland. Ik wist helemaal niet dat mijn moeder een Duitse was. Hier werd niet over gesproken. Moeder vertelde later dat het voor haar moeilijk was omdat ze Duits was. Ze had veel spanning en was altijd bang. Hierdoor is ze ook ziek geworden. De broer van mijn moeder is in de oorlog omgebracht. Voor veel Duitsers was de oorlog ook erg moeilijk. Zij stonden niet achter de ideeën van Hitler.’

Zijn er verder nog bijzondere dingen die u wilt vertellen over de oorlog?
‘Nou, ik kan mij herinneren dat er een buurman van ons werd weggevoerd van zijn huis door Duitse soldaten. Hij is niet meer teruggekeerd. Ook is mijn oom dus verraden en niet meer thuisgekomen na de oorlog. De tijden zijn wel veranderd; nu praten mensen meer over moeilijke zaken. Ik praat nog wel over de oorlog met mijn vriendin. Ik ken haar van de mulo en zij is een Joodse. Zij is de helft van haar familie in de oorlog kwijtgeraakt. Ik vind het verschrikkelijk dat er nog steeds oorlogen zijn in de wereld en dat mensen de baas over elkaar willen spelen. Ik zou ze wel een klap voor hun hoofd willen geven. Ik hoop dat er ooit minder oorlog zal zijn in de wereld.’

   

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892