‘De buren gingen wél de kelder in, met een pan op hun hoofd’


Ezgi-Nur, Youssef en Daniyal vertellen het verhaal van Aky Kruis
Lochemstraat

Aky Kruis woont op de negende verdieping van een appartementengebouw in Eindhoven en staat al klaar om Ezgi-Nur, Youssef en Daniyal van basisschool Rapenland te ontvangen. Vanuit haar woning kijken ze uit over de zonovergoten stad. Mevrouw Kruis woonde in de Lochemstraat toen de oorlog begon en was pas 4 jaar oud, nog heel jong dus. In het begin was ze niet bang, maar tegen het einde van de oorlog veranderde dat. Ze woonde vlakbij het vliegveld en maakte daardoor meerdere bombardementen van dichtbij mee.

Heeft u familieleden verloren door de oorlog?
‘Mijn oom had een boerderij in Barneveld. Daar zaten veel jonge mannen ondergedoken om te voorkomen dat ze naar Duitsland werden gestuurd om in fabrieken te werken. Mijn oom is verraden. De boerderij werd platgebrand en hij werd gevangengenomen en naar een kamp gestuurd. Daar is hij uiteindelijk overleden.

Mijn tante heb ik nog vaak gezien, ze bleef achter met veel verdriet. Er werd gefluisterd dat een Joodse vrouw die ook bij hen ondergedoken zat, mijn oom een leuke man vond. Ze zou weggemoeten hebben en hem mogelijk daarom verraden hebben, maar we weten dit niet zeker.’

Heeft u bombardementen meegemaakt?
‘We woonden vlakbij het vliegveld, dat door de Duitsers was ingenomen. Als er gebombardeerd werd, schuilden we thuis op de slaapkamer van mijn ouders, we gingen niet naar een kelder. Mijn moeder zei altijd: ‘We blijven bij elkaar’. Als er iets zou gebeuren, zou iedereen er niet meer zijn. Ze vond het geen fijn idee dat er misschien iemand alleen zou overblijven.

Bij de buren gingen ze wél de kelder in, met een pan op hun hoofd om zich te beschermen tegen granaatscherven. Ik ben maar één keer in een schuilkelder geweest: toen de Engelsen het vliegveld bombardeerden. We zagen vanuit ons raam de bommen uit het vliegtuig vallen, zó dichtbij woonden we. Het was op een zondagmiddag, midden op de dag, en het duurde wel twee uur. Alles zat onder het stof, het leek wel woestijnzand.’

Hoe was de bevrijding?
‘Eerst kwamen de Engelsen vanuit het zuiden Nederland binnen. Eindhoven was bevrijd. Er trokken muziekkorpsen door de straten, wij liepen erachteraan. Dat vonden we prachtig, zoiets hadden we nog nooit gezien. Ik mocht van mijn moeder meelopen.

Maar ineens begonnen de Duitsers Eindhoven opnieuw te bombarderen. Ik was alleen en ben met een onbekende familie meegelopen naar hun schuilkelder, waar we uren hebben gezeten. Mijn ouders wisten niet waar ik was, en ik was ontzettend bang. Uiteindelijk kwam er een man langs die op zoek was naar zijn kinderen. Hij zag mij daar zitten en heeft me naar huis gebracht. Ik was toen 8 jaar oud.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892