‘De bommen vielen op zo’n honderd meter van ons huis’


Hedwich, Julia, Amarins, Leah vertellen het verhaal van Oete Landstra
Marsum

Meneer Oete Landstra woont alweer zo’n twintig jaar in Hurdegaryp, maar tijdens de oorlog woonde hij in Marsum, vlakbij de vliegbasis van Leeuwarden. Meneer Landstra is in de oorlog geboren (1941), na hem kwamen er nog twee zusjes. Toen Nederland bevrijd werd, was hij vier jaar. Speciaal voor Hedwich, Julia, Amarins en Leah uit groep 8 van CBS de Winde heeft meneer Landstra foto’s van de oorlog klaargelegd.

Hoe was het leven in de oorlog?
‘We woonden tijdens de oorlog in Marsum, vlak bij de vliegbasis in Leeuwarden. Wij hadden thuis een schildersbedrijf, dus je had het huis en de werkplaats. Er was geen douche en geen gewone wc, het húske (toilet) was buiten. Vrijdags kwam er een grote teil, die werd voor de kachel gezet en gevuld met water. Als je een meisje was, had je geluk, dan mocht je eerst. Maar als jongen stond je achteraan in de rij, dan had je lauw water wat ook niet meer echt fris was.’
‘Het vliegveld lag op zo’n 500 of 600 meter van ons huis, dat was natuurlijk wel gevaarlijk. Het was tijdens de oorlog door de Duitsers overgenomen. Mijn vader had in zijn werkplaats een soort schuilkelder gemaakt van balen stro. Daar zat een klein gaatje in, daar kropen we doorheen en daar sliepen we dan ’s nachts met zijn allen in. Er lagen dekens en oude matrassen in. Maar na een bombardement zei mijn vader: ‘Dit is niet meer vertrouwd!’ Het werd te gevaarlijk en we gingen naar een dorp verderop, naar Jorwert, daar woonde een tante. Maar m’n vader moest elke dag terug voor zijn schildersbedrijf.’

Was u ook bang in de oorlog?
‘Ik was nog klein, maar ik kan me nog wel herinneren dat ik bang ben geweest. Want ’s nachts had je de vliegtuigen. Dat waren niet tien, niet 50, maar er kwamen wel honderden over. Die gingen naar Duitsland om daar steden te bombarderen en in de ochtend kwamen ze terug. Dat was zo’n aanzwellend gedreun, dat hoorde je in de verte en dat werd steeds luider. Dan hoopte je maar dat het goed ging, dat er niks zou gebeuren. En we woonden op een gevaarlijke plek, met zo’n vliegveld naast de deur. Daar waren we niet zo blij mee. In februari 1944 hebben de Canadezen en de Amerikanen het vliegveld van Leeuwarden gebombardeerd. Toen waren er één of twee bommen, die noemden ze afzwaaiers, op Marsum terechtgekomen, op zo’n 100 meter van ons huis. Zes mensen kwamen hierbij om, waaronder onze buurman. En een jongen, die ik goed kende, is op dezelfde dag zijn moeder en zijn zusje kwijtgeraakt. Ze woonden in een twee-onder-één-kap-huis. Zijn moeder stond met de baby op de arm in de deuropening te praten met de buurvrouw, die ook in de voordeur stond. Toen was er een scherfbom, die insloeg. Zijn moeder en zijn zusje waren dood, maar de buurvrouw mankeerde niks.’
‘Er is ook een bom in een nat stuk bouwland terecht gekomen en die is niet ontploft. Die is daar de grond in gegaan en die hebben ze nooit teruggevonden. Er zat zo’n propeller voor op die bom en die was er af gevallen en daar heb ik als jongetje altijd mee gespeeld.’

Hadden jullie ook onderduikers in huis?
‘Geen onderduikers, maar wel evacuees. Toen er in de oorlog zo zwaar gevochten werd in Arnhem, moesten alle inwoners de stad uit en kennissen van ons zijn toen als evacuees bij ons in huis gekomen. Op een bakfiets zijn ze vanuit Arnhem naar het Noorden gefietst. Een vader, twee zoons, een zus en de moeder. Maar de moeder is onderweg omgekomen. Eén van hun twee zoons, Henk Lantinga, was toen 20 jaar en die had als hobby fotograferen. Toen de oorlog voorbij was, ging hij op de fiets naar Arnhem om te zien of hun huis er nog stond. Bij een Canadese post aldaar moest hij zijn fotoapparatuur inleveren, hij zou het later terugkrijgen. Hun huis stond er niet meer en de Canadese post was ook verdwenen toen hij terugkwam, evenals zijn fotoapparatuur.’
‘In 1999 was er in Deventer een fotograaf zijn winkel aan het opruimen en die kwam een hele doos met negatieven tegen. Die heeft hij ontwikkeld en daar kwamen allemaal foto’s uit van de bevrijding van Marsum, op één van die foto’s stond de naam Landstra, zo kwamen ze bij ons uit, 55 jaar later.’
‘Kijk, dit is één van de foto’s. Dit ben ik tijdens de bevrijding, met een Canadese soldaat. Daar kreeg ik m’n eerste chocola van. Dat had ik nog nooit gehad, dat was helemaal geweldig! M’n moeder vertelde me dat toen hij me zag hij tranen in z’n ogen kreeg, want thuis in Canada had hij precies zo’n jongetje als ik, ook bijna vier jaar.’

 

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892