‘De aardappelen moest hij afstaan aan de Duitsers’


Victor, Jassine en Melissa vertellen het verhaal van Wil Vonk-Mulder
Jan van Galenpark 149, AmsterdamAmsterdam Nieuw-West

Wij zijn Victor, Yassine en Melissa en wij hebben Wil Mulder geïnterviewd. Wil woonde in de oorlog samen met haar ouders en haar twaalf oudere broers en zusjes op Jan van Galenpark 149. Daar waren vroeger tuinderijen. Haar vader was tuinder. Tegenwoordig is ze veel in de Lukaskerk, naast onze school. Ze vertelde dat ze heel blij is dat onze school meedoet aan Oorlog in mijn Buurt.

Hoe waren uw dagen in de oorlog?
‘Overdag ging ik naar school, de Sint Jansschool. We hadden geen fietsen, dus dat was een half uur lopen. We kwamen nooit te laat. Het was een meisjesschool. Na schooltijd speelden we buiten. Dat was in de winter niet fijn. Er was toen geen verlichting meer. Alle straten waren donker. Dat kun je je nu toch niet voorstellen? Het was echt een heel nare tijd.’

Welke rol hadden u en uw familie in de oorlog?
‘Er waren heel veel mensen met honger. In rijen stonden ze voor de deur om groente te kopen. En wij hadden groente, op het laatst ook steeds minder. Mijn vader ging in de zomer van 1944 op de fiets aardappels halen in Andijk. Op de terugweg werd hij beschoten door Duitsers. Hij had niets, maar de aardappelen moest hij afstaan aan de Duitsers.
Wij woonden aan het water. Er gebeurden nare dingen bij dat water: mensen sprongen soms in de gracht. Met geld in hun mond, om groente te kopen. In die vreselijke laatste winter gingen veel mensen dood door hongeroedeem. Op een avond, toen vader en moeder weg waren, stonden er weer veel hongerige mensen. Mijn broers konden dat niet aanzien. Ze brachten met hun bootjes de mensen naar de overkant. Dan deden de mensen zo hun best om in zo’n bootje te komen. Ik moet daar tegenwoordig veel aan denken. Als je nu naar het nieuws kijkt zie je dat soort beelden ook. Van mensen die uit Syrië vluchten.’

Kende u NSB’ers?
‘Nou, ik heb ze wel gezien. Het was de verjaardag van mijn vader. Er was veel bezoek. Opeens hoorden wij schoten. En toen viel er een brandende deur in de tuin van een neerstortend vliegtuig in de Rijpgracht. Meteen stond de tuin vol met Duitsers en NSB-ers. De Duitsers vonden dat alles van hun was, ze namen alles mee.
Ik hoop voor jullie dat het nooit meer oorlog wordt. Omdat ik die dingen meegemaakt heb, maak ik me nu zo’n zorgen als ik zie wat er in de wereld gebeurt. Hebben jullie dat niet.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892