‘Dat nummer op die arm… een mens verworden tot nummer’


Tyara, Eriny en Ruby vertellen het verhaal van Hus Reijnders
Eerste Helmersstraat, AmsterdamOud West

Mevrouw Hus Reijnders was zeven jaar toen de oorlog begon. Zij groeide op bij haar grootouders aan de Eerste Helmersstraat, omdat haar moeder, die vlakbij woonde, pas achttien jaar en ongehuwd was toen Hus geboren werd. Zij herinnert zich nog veel van de oorlog. Tyara, Eriny en Ruby van de 3e Daltonschool in Amsterdam-Zuid mogen haar interviewen.

Hoe wist u dat de oorlog was begonnen?
‘We hoorden op de radio dat Rotterdam was gebombardeerd. Er heerste toen paniek bij de mensen in Amsterdam, omdat ze bang waren dat dat ook hier zou gebeuren. Ik zag Duitse soldaten marcheren door de straat. Ze zongen heel hard. Ik krijg er nog steeds kippenvel van als ik Duitsers nu uitgelaten hoor zingen. Op school werd er niet veel gesproken over de bezetting en thuis werd mij ook niet zoveel verteld. Ik was nogal een kletskous, dus het was beter als ik niet teveel wist. Ik weet nog wel dat er een tijdje twee Joodse mensen bij ons ondergedoken zaten. Mijn oom, die nog thuis woonde, liep ook gevaar om opgepakt te worden. Dan zou hij naar Duitsland moeten om te werken.’

Bent u bang geweest in de oorlog?
‘Ja, die keer toen ik een brandend vliegtuig over ons huis zag komen. Het stortte verderop bij de Stadionkade neer. Soms ging ik wel eens stiekem via een luik het dak op en dan kon je een heel rondje lopen over het huizenblok. Dan ging ik daar granaatscherven zoeken. Dat was heel spannend. De Hongerwinter was heel erg in Amsterdam, maar mijn opa en oma kwamen uit de Haarlemmermeer en kenden daar nog wel wat mensen. Dan ging ik af en toe mee op de fiets om bij een boerderij aren te zoeken. Daar liet mijn opa dan een brood van bakken bij een bakkerij op de Jacob van Lennepkade. Onderweg naar huis kreeg hij er een keer honderd gulden voor geboden. Zo graag wilden de mensen het hebben. Er kwamen soms mensen aan de deur die we blij konden maken met één aardappel. Heel erge honger heb ik niet gehad, maar ik weet nog heel goed toen er aan het einde van de oorlog voedselpakketten werden gedropt. Het wittebrood dat van het meel daarin werd gemaakt, smaakte mij zo lekker als taart.’

Wat weet u nog van de Bevrijding?
‘We hoorden op de radio dat de oorlog voorbij was. Overal werd de vlag uitgehangen en die traditie heb ik er altijd ingehouden. Twee dagen later, op 7 mei, ben ik als meisje van twaalf in mijn eentje naar de Dam gegaan, waar veel mensen de vrijheid aan het vieren waren. Opeens werd er door een paar Duitsers die nog boven in een gebouw zaten geschoten op de feestvierders. Er brak paniek uit en iedereen rende weg. Ik weet nog dat ik midden op de Dam een achtergelaten kinderwagen zag staan. Later zag ik daar een foto van in de krant. Een beeld dat ik ook nooit meer zal vergeten, is het nummer op de arm van een man die ik een keer zag bij een haringkraam bij het Centraal Station. Een mens verworden tot nummer. Wat zal hij allemaal hebben moeten doorstaan?’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892