‘Dat beeld van de vele doodskisten vergeet je nooit meer’


Claire, Xem, Aaron en Maxime vertellen het verhaal van Annie van de Krieken - van Bockel-van Eijk
Schalmstraat 1a, Eindhoven

Claire, Xem, Aaron en Maxime zitten in groep 8 van basisschool Floralaan in Eindhoven. Zij mogen online de negentigjarige Annie van de Krieken-van Bockel-van Eijk interviewen. Ze hebben zich goed voorbereid en zijn nieuwsgierig naar haar poëziealbum en naar de reden waarom ze die ene keer niet de schuilkelder inging.

Hoe was het bij jullie thuis vroeger?
‘Ik was negen toen de oorlog begon. Ik woonde met mijn vader, moeder, mijn zus van dertien en broertje van zes aan de Schalmstraat 1a. Nu woon ik weer in die straat, in een appartementengebouw voor ouderen. Het huis staat er nog; het was er leuk wonen. Mijn vader was bij Philips diamantslijper en maakte daar onder andere pick-upnaalden. Mijn moeder was sigarenmaakster. Tijdens de oorlog luisterden we stiekem naar Radio Oranje, begroeven we ons koper in een diepe kuil en onze fietsen verstopten we goed. We konden gewoon buiten spelen maar met het luchtalarm moesten we meteen naar binnen. We hadden een bok in de tuin om uiteindelijk te slachten. Zijn naam? Dat weet ik niet meer.’

Heeft u nog spulletjes uit die tijd?
‘Ik heb nog twee poëziealbums. Ik haal ze er even bij. Kijk. Deze is de oudste en helemaal versleten. Het boekje is uit 1938 met daarin gedichten uit de derde, vijfde en zesde klas. Ze gaan over liefde en bloemen. En dit album heb ik op mijn verjaardag gekregen in 1941. Deze vind ik het mooist: Er woont op aard een lieve fee/ Die duizend wonderen doet/ En die geacht wordt en bemind…

Moest u ook wel eens de schuilkelder in?
‘Zolang je de vliegtuigen hoorde brommen was het goed, maar als het stil was moest je zorgen dat je kon schuilen. Als het alarm dan ging, moest ik op de onderste tree van de trap in onze gang zitten. Als er bommen vielen stond de deur bol door de luchtdruk. Ik had angst dat de deur eruit zou vliegen en mijn benen beschadigd zouden raken. Onze schuilkelder was bij de Parochie, maar wij hadden schrik hiervoor. Op de Biesterweg werd tijdens een bombardement precies een bom voor de ingang gegooid. De mensen binnen zijn toen door luchtgebrek gestorven. Er waren 147 doden en ook schoolvriendinnetjes waren daarbij. Ik herinner me nog goed het beeld van de vele doodskisten. Dat vergeet je nooit meer. Sommige van die vriendinnetjes hebben nog geschreven in mijn poëziealbum.
Een keer was ik met mijn vriendinnen in de stad boodschappen doen. We werden overvallen door een luchtalarm en moesten hard weghollen. Het elastiek in mijn onderbroek sprong. Ik stapte uit mijn broek, raapte het op en deed het in mijn jaszak. En zo zijn we naar huis gehold.’

Wat was het ergste dat u mee heeft gemaakt?
‘Er zijn een paar nare dingen die ik niet vergeet. Zoals het Joods vriendinnetje dat i in het ziekenhuis, waar ik een tijdje lag, had. Op een dag was ze weg. In het ziekenhuis hadden ze alle Joodse mensen meegenomen. Dus ja… zo ging dat. En dan was er nog de honger in de laatste jaren van de oorlog. Soms hadden we brood met vlees. Mijn moeder hield dan een stukje vlees apart en deed daar water bij, dan hadden we jus. We kregen ook appelmoes op brood. Ik vind dat nu niet meer lekker, maar toen wel. De appeltjes kwamen uit onze tuin. Brandnetelsoep eet ik nu nog en die is echt lekker. Iets vies vinden was er niet bij. Ik at alles.’

Hoe was de oorlog voor uw ouders?
‘Bij Philips, waar mijn vader werkte, werden op een dag vijf bevriende collega’s doodgeschoten. Mijn vader werd verplicht te kijken, anders werd hij óók doodgeschoten. En waarom, nergens om, soms was nee zeggen al te veel. Die middag is mijn vader tien jaar ouder geworden. Hij kwam thuis als een oude man. Er was een man bij die schuin tegenover ons woonde. Dan maak je dat eigenlijk zelf ook mee. Ik hoop dat jullie nooit een echte oorlog meemaken. Nu was het afgelopen zondag hier ook oorlog door de avondklokrellen. Maar als je dat iedere dag meemaakt, is dat verschrikkelijk.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892