‘Dan riepen de mensen: “Onze Lieve Vrouw, geef ‘m nog een douke!”’


Gijs, Teun en Pepijn vertellen het verhaal van Carel Prinsen
Kettingstraat 18, Eindhoven

Gijs, Teun en Pepijn van basisschool De Hasselbraam in Eindhoven ontmoeten Carel Prinsen in de bibliotheek van De Wilgenhof. Bij aankomst geeft hij de jongens een boks en begint direct van alles te vragen en vertellen. Carel was 5 jaar toen de oorlog begon en woonde aan de Kettingstraat. Hij heeft heldere herinneringen aan de oorlogsjaren en vertelt alsof het een avontuur was.

Hadden jullie genoeg te eten in de oorlog?
‘Er was weinig eten. We waren veel tijd kwijt met het regelen daarvan. Mijn vader kende veel boeren uit zijn geboorteplaats Mierlo. Elke zondag stond hij om vijf uur op om daar naartoe te fietsen. Dan ging hij daar naar de mis, at een boterham bij familie en ging langs de boeren om rogge te verzamelen. Hij kon die zakken niet zelf meenemen naar Eindhoven, want Duitsers konden hem betrappen. Ik moest daarom met vriendjes en een bolderkar via de Voorterweg en de plek waar nu de Campinafabriek staat, langs het kanaal naar Mierlo om de zakken rogge op te halen. Daar waren we een hele dag mee bezig. We kwamen dan ’s avonds laat moe, maar net op tijd, thuis voor het eten. Het was wel eng, maar we zijn nooit gecontroleerd. Mijn twee oudere broers namen de zakken daarna op hun rug naar de Genneper watermolen in Gestel. Het was lang wachten tot het gemalen was. Thuis moesten mijn oudste broer en mijn vader het meel met wat water uren kneden tot deeg en dat in broodblikken gieten. Mijn taak was vervolgens die blikken naar Bakker Maessen aan de Geldropseweg te brengen. Die hielp ons altijd geweldig en hij had mooie dochters. Ik moest daar lang wachten tot de broden gerezen, gebakken en afgekoeld waren. En zo hadden we na vele kilometers fietsen en wandelen, vele uren wachten en werken weer brood op de plank.’

Kende u onderduikers of verzetsmensen?
‘Op de hoek van onze straat, bij de Sint Rochusstraat, woonde een vriendje van me. Voor de oorlog gingen we daar vaak spelen, maar toen de oorlog uitbrak, mochten we niet meer naar binnen. Hij kwam dan bij ons of we speelden buiten, maar we vonden het wel raar. Toen op 18 september de Bevrijding was, ging het zolderraam van het huis van mijn vriendje open en werd de vlag uitgestoken. Door het raam zagen we gezichten van mensen die we niet kenden en nooit eerder hadden gezien. Het waren Joodse onderduikers, die daar de hele oorlog verstopt hadden gezeten!
Mijn vader hielp het verzet. Wanneer verzetsleden een overval hadden gepleegd op bijvoorbeeld het distributiekantoor aan de Stratumsedijk moesten ze vluchten. Ons huis diende als een van de vluchtoorden. Het verzet had een sleutel van onze voordeur. Zo kon het zijn dat er ’s ochtends een vreemde op de bank lag te slapen. Of dat er ’s nachts opeens vreemde mannen door het huis renden.’

Hoe was de Bevrijding?
‘De bevrijding was een groot feest! Engelse tanks kwamen over de Aalsterweg binnengereden. Iedereen ging er naartoe en we kregen chocola en sigaretten van de soldaten. Eindhoven vierde twee dagen feest. Maar aan het eind van de tweede dag, op 19 september 1944, zagen we ineens allemaal lichtkogels in de lucht. Wij dachten nog dat het feestversiering was, maar iemand riep: “Maak dat je weg komt, het zijn Duitse vliegtuigen!” Wij renden naar huis. Een jongetje in mijn straat bleef te lang kijken. Samen met een Engelse soldaat verstopte hij zich achter het muurtje van de pastorie van de Joriskerk. De bommen vielen juist daar vlakbij en hij kreeg een granaatscherf in zijn hoofd waaraan hij is overleden. Daarna was Eindhoven bevrijd, maar de rest van Nederland en Europa nog niet. Er vlogen nog veel V1 raketten over de stad, bestemd voor Londen en Antwerpen.  We waren altijd bang dat er eentje te vroeg zou neerkomen. Dan riepen de mensen: “Onze Lieve Vrouw, geef ‘m nog een douke!” Zo vroegen ze de heilige Maria om een duwtje aan de bommen te geven, zodat ze niet in hun wijkje of op de stad zouden vallen. Op 16 december 1944 sloeg een V1 bom in op de hoek van de Kruisstraat. Twintig mensen kwamen om, terwijl de oorlog in Eindhoven al voorbij was.’

      

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892